Ga naar hoofdinhoud

Stem mineralen en sporenelementen goed af

Foto Lonneke Ruesink
Mineralen hebben een belangrijke functie in het lichaam van het paard, bijvoorbeeld voor botgroei, wateropname en het functioneren van de spieren. De voeding van het paard moet voldoende mineralen bevatten om alle delen van het lichaam te voorzien in de behoefte. De voeding is echter nooit optimaal afgestemd op de behoefte en dus kunnen tekorten of overschotten ontstaan, die mogelijk schadelijke effecten tot gevolg hebben. 

Mineralen zijn bouwstoffen die het lichaam nodig heeft en niet zelf kan aanmaken. Mineralen kunnen dus alleen via de voeding in het lichaam van een paard terechtkomen. Ze zijn onderverdeeld in elementen waar een paard dagelijks een paar gram van nodig heeft, de macro-elementen. Het gaat bijvoorbeeld om calcium, chloor, fosfor, kalium, magnesium en natrium.
Daarnaast bestaan er mineralen waar een paard maar een kleine hoeveelheid per dag van nodig heeft, de sporenelementen. Het gaat dan om micro- of milligrammen. Sporenelementen zijn bijvoorbeeld ijzer, jodium, koper, mangaan en zink.

Voorbeeldberekening

Stel: een warmbloedmerrie van 600 kilo krijgt als basisrantsoen grof grashooi gevoerd. Per 100 kilogram lichaamsgewicht krijgt ze 1 kilogram droge stof. Basisbrok in verschillende hoeveelheden dient ter aanvulling, al naar gelang de merrie meer werk verricht. Onderzoekers van de Faculteit Diergeneeskunde in Utrecht maakten onlangs een aantal rantsoenberekeningen openbaar die de paardenhouder tot nadenken stemt. Hieruit blijkt dat als een dergelijke merrie alleen grof hooi gevoerd krijgt, ze zelfs voor onderhoud, zeg maar het functioneren van het lichaam, een tekort heeft aan zink en koper. Hoogstwaarschijnlijk speelt bij dit rantsoen ook een natrium-, selenium-, calcium- en fosfortekort. Als de merrie er twee kilo brok bij krijgt, compenseert dat grotendeels de tekorten in de mineralen. Indien ze een uur arbeid per dag verricht en de hoeveelheid basisbrok opgevoerd wordt naar 4,5 kilo, dan zou er nog steeds een tekort aan natrium en koper zijn.

Rantsoen aanpassen

Een tekort is niet wenselijk. Veelal compenseert een extra krachtvoergift de tekorten, maar bij de genoemde warmbloedmerrie blijft een tekort aan natrium en koper mogelijk bestaan. Een natriumtekort kan leiden tot spierverkramping en verstoppingen, een kopertekort tot kwetsbare botten. Het is dus zaak om deze merrie bij te voeren.
Voedermiddelen die het rantsoen van deze merrie wellicht completer maken, zijn bietenpulp en tarwezemelen. Ook luzernehooi heeft een relatief hoog kopergehalte. Een liksteen helpt het natriumtekort aan te pakken.
Overigens moet na een aanpassing het rantsoen opnieuw worden doorgerekend op tekorten, overschotten en mogelijke verdringingsaspecten.

Precies weten welke mineralen en sporenelementen belangrijk zijn voor paarden en wat overschotten en tekorten veroorzaken? Lees het in de voedingsspecial van december 2012.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.