De volop in beweging zijnde paardensector is vanuit een aantal perspectieven in beeld gebracht door brancheorganisaties FNRS en ZLTO. Uit het onderzoek is de gids ‘Ondernemersmonitor 2012’ samengesteld met kengetallen en financiële cijfers. Ter aanvulling zijn ook onderdelen van het KNHS-onderzoek naar de Nederlandse paardensport toegevoegd.
Gedurende het onderzoek bleek dat er grote variatie in het inkomen van hippische bedrijven bestaat. De toplaag uit het onderzoek, de 25 procent best presterende bedrijven die verspreid liggen over heel Nederland, hebben een resultaat dat viermaal zo hoog is als het gemiddelde. Deze bedrijven realiseren per stallingsplaats een resultaat van 2.457 euro tegenover het gemiddelde van 614 euro. Een analyse van de kengetallen toont dat deze bedrijven een veel hogere omzet behalen. De topbedrijven vragen een hoge prijs voor hun rijlessen, zo’n 20 procent meer dan de gemiddelde manegebedrijven, en toch scoren zij hoger dan gemiddeld qua aantal klanten en bezettingsgraad. Deze ‘beste bedrijven’ weten hun product dus goed te verkopen.
Aan de kostenkant zijn de cijfers wisselend. De beste bedrijven hebben slechts 3,7 procent minder kosten in vergelijking met de gemiddelde bedrijven uit het onderzoek. Zij hebben dus geen beter inkomen omdat ze de kosten laag houden, maar omdat ze echt hogere inkomsten behalen. Opvallend is dat de afschrijvingen bij de beste bedrijven 13 procent hoger zijn dan gemiddeld. De rentekosten op de beste bedrijven liggen 24 procent lager. Deze beide kengetallen geven aan dat er weliswaar flink geïnvesteerd is, meer dan bij de gemiddelde bedrijven, maar dat er minder gebruik is gemaakt van vreemd vermogen om de investeringen te financieren. De ondernemers van de 25 procent beste bedrijven kunnen blijkbaar investeren met daarvoor gereserveerde gelden en ze hoeven daardoor minder te lenen, hetgeen resulteert in lagere rentekosten.
Ontspanning
Uit het paardensportonderzoek dat de KNHS in 2011 liet uitvoeren, blijkt dat paardensporters vooral gedreven worden door hun verlangen naar ontspanning en naar contact met dieren. Uit onderzoek van het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP), dat tweejaarlijks gebundeld wordt in de uitgave ‘Rapportage Sport’, blijkt dat sporters ook gemotiveerd worden door een verlangen naar een gezonde levensstijl, sociale contacten en soms is ook ‘het gezien willen worden’ een belangrijke drijfveer.
Bij de 466.000 mensen die paardensport beoefenen is een verschuiving zichtbaar naar het aandeel oudere volwassenen. 70 procent van de ruiters rijdt recreatief, 6 procent rijdt alleen in wedstrijdverband en 20 procent rijdt zowel recreatief als in wedstrijdverband.
De groep paardensporters bestaat voor 82 procent uit vrouwen en heeft een licht bovengemiddeld welstandsniveau. De paardensporters zijn redelijk evenwichtig verdeeld over het land, waarbij er net iets meer paardensporters in de landelijke gebieden dan in de steden wonen. Meer dan de helft is aangesloten bij een manege.
Kansen grijpen
In deze feiten zitten kansen voor de verschillende typen hippische bedrijven. Een manege kan inspelen op de behoefte aan contact met dieren. Bied naast de rijlessen andere cursussen aan, zoals een zitcompetitie, EHBO-paard of een cursus paardengedrag. Een paarden- of ponystamboek kan inspelen op de motivatie dat men graag gezien wil worden. Organiseer ook dagen voor de gebruikers binnen het stamboek, zodat niet alleen fokkerij-geïnteresseerden lid worden, maar zodat ook de gebruikers aangetrokken worden. Organiseer onderlinge competities of praktijkbijeenkomsten waarbij ruiters hun eigen paard of pony kunnen meenemen.
Pensionstallen kunnen nagaan of hun klanten vooral interesse hebben in recreatief rijden of in wedstrijden. Voor recreatieve rijders zijn buitenritten of een workshop Horse Agility interessant. Zijn de klanten meer geïnteresseerd is in de wedstrijdsport, regel dan maandelijks een goede trainer of in de wintermaanden een paar mooie clinics.
Welzijn is inmiddels een gevleugelde term in de paardenhouderij. De Gids voor Goede Praktijken van de Sectorraad Paarden geeft richtlijnen over voeding, huisvesting, beweging, gezondheid, gedrag en transport. Probeer deze regels niet als bedreiging te zien, maar als manier om te kunnen onderscheiden van de massa.
Meer informatie over hoe meer rendement te halen is uit een paardenbedrijf? Bestel De Paardenkrant Extra nummer 6 of neem een abonnement!