We moeten alleen afscheid nemen van het idee waarom het rijdend jurylid ooit in het leven is geroepen. Dat idee luidde: vanaf de grond kan iets er wel heel mooi en imponerend uitzien, maar het gevoel dat een jong dressuurpaard geeft, maakt een wezenlijk onderdeel uit van diens kwaliteit. Onmisbare elementen als vlijt, gevoeligheid en reactie op de hulpen kunnen beter vanuit het zadel op waarde worden geschat.
We zagen de afgelopen vijftien jaar telkens dat het rijdende jurylid zich bij het oordeel van de voorgaande juryleden aansloot. Vaak leek het alsof de uitslag van tevoren al vaststond. Het kan natuurlijk zijn dat we steeds briljante jurykoppels in de baan hadden. De andere mogelijkheid is dat (rijdende) juryleden zich niet geroepen voelen om tegen het oordeel van vorige jury’s in te gaan. Elke psycholoog weet dat dit laatste het geval is. Wie ervoor heeft doorgeleerd zal zeggen: leuk idee, dat rijdende jurylid aan het eind van de Pavo Cup, maar blinddoek hem of haar, stop er ook wat oordopjes in en laat dat rijdende jurylid met een helikopter op het hoofdterrein van de KNHS landen om écht te weten te komen wat hij/zij ervan vindt.
Ik kan best begrijpen dat een beleefde Duitse jongedame niet eens eventjes het Hollandse klassement op de kop zal gaan zetten. Maar ik vind het moeilijk te verkroppen dat een professional, die is ingehuurd om haar vakmanschap aan een leergierig publiek tentoon te spreiden, meejubelt over de kleren van de keizer. Bij de vierjarigen prees Eva Möller Diëgo’s vermogen om te sluiten, maar ook zij maakte vervolgens de mooiste, grootste en zwartste kampioen. Dat was Desperado, die volgend jaar een dikke kans maakt om kampioen te worden in Verden, maar hij was niet de afgetekende winnaar van deze aanlegwedstrijd.
Twee tips voor volgend jaar: laat de allerbeste juryleden de halve finale jureren, de zwakkere broeders kunnen dan in de finale met een geleerd gezicht instemmend knikken. En laat een topruiter vanuit het zadel de keuze van de juryleden becommentariëren.
Dirk Willem Rosie, hoofdredacteur ([email protected])
Deze column verscheen dinsdag 22 augustus 2012 in De Paardenkrant
Beste Dirk Willem Rosie,
Zoals altijd, en daarover mijn complimenten. Constateerd u weer waar andere niet opmerkt. Zoals vaak terecht, maar deze keer tegenstrijdig.
Is het dan niet de juiste publieke opinie dat er meer eenstemmigheid moet zijn in de discipline dressuur? Is het de bedoeling dat binnen deze jury er per onderdeel meerdere punten vershil moet zijn? Moet deze jury net als elke regio kampioenschap en de olympische spelen grote verschillen laten zien in beoordeling?
Wat nou als er punten worden gegeven nadat de ruiter en jury hun oordeel met elkaar hebben gedeeld en dan pas samen tot een totaal rapport komen in de finale verrichtingen?
Groeten,
Van zomaar een andere liefhebber.
Beste Peter,
Je hebt eigenlijk wel gelijk. Zitten de juryleden een keer op één lijn, is het weer niet goed! Maar bij een rijdend jurylid vind ik het wel logisch dat die eens afwijkt van de lijn die de ‘gewone’ juryleden hebben ingezit. In het zadel voel en merk je immers soms dingen die je vanaf de grond niet zo goed ziet.
Eva Möller reageert op de column van Dirk Willem Rosie op Eurodressage 😉
http://www.eurodressage.com/equestrian/2012/08/23/concept-guest-judge-riders-questioned-holland