Veel paarden staan in de winter op stal of in de paddock. De weilanden zijn kaal gegeten en zet je de paarden erop dan lopen ze het flink kapot in deze natte maanden. Het rantsoen van de meeste paarden bestaat in dit jaargetijde uit hooi of kuilvoer met wel of geen aanvullend voer ernaast.
Een beoordeling en berekening van het rantsoen is dan relatief eenvoudig. Tenminste, als je wat moeite doet in het wegen van de dagelijkse hoeveelheid ruwvoer en krachtvoer. Loopt het paard in een groep, dan is het wat lastiger. De hoeveelheid ruwvoer per paard is namelijk niet per definitie het berekende aandeel. Loopt het toch nog in de wei, dan is een goede rantsoenberekening echt moeilijk en vooral een schatting. Want wat is de voederwaarde nog van het wintergras? Gelukkig kan je door goed het paard te beoordelen het rantsoen wel aardig afstemmen op de behoefte van het paard.
Rantsoen berekening
Een rantsoen berekening is een inzichtelijke manier om te zien of paarden voldoende voedingsstoffen opnemen. Dit geeft zekerheid en kan je behoeden voor het onnodig toevoegen van bepaalde supplementen. Voor een berekening zijn gegevens nodig van het paard en het rantsoen. De hoeveelheid voer is redelijk te bepalen. Zeker als het paard individueel gevoerd wordt. Een ruwvoer analyse is eigenlijk wel een voorwaarde voor een goede rantsoenbeoordeling. De behoefte van het paard is op basis van het (streef) gewicht wel aardig te schatten, maar de extra behoefte voor de intensiteit en zwaarte van het werk is minder makkelijk te beoordelen. Er zijn wel richtlijnen voor, maar het blijft een aanname.
Voedingswaarden van gras
Meer aannames worden gedaan als het paard op de weide loopt. Er zijn studies gedaan die aangeven hoeveel een paard graast per uur, maar niet elk paard eet natuurlijk volgens de ‘gemiddelde’ getallen. En dit zal zeker anders zijn als er in het weiland nog maar beperkt gras staat. Om de opname aan energie en eiwit te berekenen, moet je weten wat er in het gras zit. Deze voedingswaarden van gras zijn redelijk bekend voor het groeiseizoen, tussen april en oktober. Minder gegevens zijn er over de voedingswaarden van gras in de winter. Het is aannemelijk dat de voedingswaarden in de winter lager is.
Groei van gras
Tijdens de groei maakt het gras, met behulp van zonlicht, suiker. Dit suiker is de energiebron voor het grasplantje. Samen met andere voedingsstoffen, zoals stikstof, mineralen en water kan het grasplantje eiwit en vezels aanmaken. Gras groeit steeds trager bij dalende temperaturen. Stopt de aanmaak van suiker, dan stopt ook de groei van het grasplantje. Het gras in de ‘winterweide’ dat reeds is ontwikkeld, bevat nog wel eiwit en vezels die het paard verteren kan. Maar door vrieskou kan de samenstelling en verteerbaarheid veranderen. En op is op; zonder grasgroei wordt het weiland steeds kaler en leger, zodoende levert het weiland steeds minder voeding voor het paard.
Body Condition Score
De rantsoenbeoordeling wordt niet alleen gebaseerd op de rantsoenberekening, maar uiteraard ook op de signalen van het paard. Het paard staat namelijk altijd centraal en de Body Condition Score (BCS) van het paard laat zien hoe het zit met de energiebalans. De verandering in de Body Condition Score geeft aan of het paard in de afgelopen vier tot zes weken voldoende, te veel of te weinig energie heeft gehad. Neemt de Body Condition Score toe, terwijl het paard de hele dag in de weide staan, dan is de energie opname meer dan de behoefte.
Om overgewicht te voorkomen, is het beter om het paard minder weidegang te geven. Staat het paard op de wei en daalt de Body Condition Score, dan krijgt het paard, ondanks het gras, toch te weinig energie binnen. Omdat een volle wei meestal tot overgewicht leidt, is het de vraag hoe dit nu komt. Eet het paard wel gras? Is er een verterings- of gebitsprobleem? Staat er veel te weinig gras of is de voedingswaarde van het gras erg laag?
Paard laten nakijken door deskundige
Laat altijd de dierenarts het paard even nakijken. Bij een dalende BCS geef je het paard in ieder geval extra aanvullende voedermiddelen. Dit kan extra hooi zijn of een krachtvoer. Aan de hand van de verandering in BCS kan een voedingsdeskundige een schatting maken van de grasopname. Op die manier is de voorziening van eiwit, mineralen en vitaminen toch te berekenen en kan er een goed advies gegeven worden.
Want laat dat duidelijk zijn, de BCS is een weergave van de energie- en deels de eiwitbalans, maar niet van de opname van mineralen en vitaminen. Toch nog even laten nakijken dus!