Lezersvraag: Ik heb sinds een paar maanden 2 minipony’s, een hengst en een drachtige merrie. Nu zeggen veel mensen dat ik bijvoorbeeld op moet letten met gras en suikers en dat de kwaliteit hooi niet groen mag zijn et cetera… Ik wil het zo graag goed doen, maar ga nu erg twijfelen. Ze eten gras en ik geef 125 gram brokjes per dag en in totaal 2 plakken hooi in de ochtend en 2 rond 5 uur. Af en toe appel of wortel. Mijn vraag: ben ik goed bezig?
Antwoord van dr. Anneke Hallebeek, specialist veterinaire diervoeding:
Het is altijd spannend als je zelf de verantwoordelijkheid hebt over eigen paarden (of pony’s). Pas dan kom je erachter dat het management om een paard gezond en fit te houden niet altijd even eenvoudig is. Zo komen mensen die een Shetlander als grasmaaier aanschaffen vaak van een koude kermis thuis, als blijkt dat het arme dier overgewicht en hoefbevangenheid heeft. Probeer proactief te werken en niet te wachten tot de problemen zich aandienen.
Minipony’s
Minipony’s zijn qua voeding bijzonder omdat de hoeveelheden die ze nodig hebben niet veel zijn, maar de verhouding tussen energie en eiwit en mineralen/vitaminen wel goed moeten kloppen.
Natuurlijk zijn er onder de minirassen ook verschillen in energiebehoefte, oftewel meer of minder sober van aard. De keuze voor ruwvoer valt meestal het best uit als die niet al te arm en al te hard is. Een gemiddelde kwaliteit past beter dan de harde grofstengelige kwaliteit.
Of dit rantsoen voldoende is, is zo moeilijk te beoordelen. Dan is wat meer informatie nodig over de gewichten van de pony’s, de graskwaliteit en de exacte hoeveelheid hooi. Als de pony’s weidegang hebben, kan dat al voldoende zijn. Krijgen ze alleen hooi, dan heeft een minipony van 100 kg lichaamsgewicht minstens 1,5 kg hooi per dag nodig, maar om in conditie te blijven waarschijnlijk ongeveer 2,5-3 kg per dag.
Body Condition Score
Het allerbelangrijkste wat je in de gaten moet houden is de voedingstoestand of de Body Condition Score. Ook bij een minipony kun je voelen naar de vetbedekking in de nek en op de ribben. De nek moet dun en soepel zijn (een hengst kan wel een iets dikkere nek hebben) en de ribben mag je niet zien, maar voel je wel direct onder de huid. Zo krijg je gevoel voor de hoeveelheid ruwvoer of gras die je kan geven. Worden ze te dik op je voerbeleid, dan moet je minder geven. Worden ze te mager, dan mag het voer omhoog.
Beweging
Als ze te dik worden, dan ontstaat de gevoeligheid voor suikers. En kan hoefbevangenheid ontstaan bij suikerrijk gras (maar ook bij suikerrijk hooi). Geef ze vooral ook beweging, dat stimuleert de stofwisseling en is goed voor elk paard, groot of klein, en vermindert de kans op insulineresistentie.
Supplement
Het gebruik van een supplement voor de mineralen en vitaminen is nodig om de tekorten van het ruwvoer te compenseren.
Rantsoen en dracht
Voor de merrie is na 7-8 maanden dracht controle van het rantsoen nodig. Het veulen groeit aan het einde van de dracht hard en daarom heeft de merrie extra voedingsstoffen nodig. Ook om goed voorbereid te zijn op de melkproductie. De hoeveelheid ruwvoer die ze kan eten wordt minder, omdat het veulen de darmen wat wegdrukt. Ook hier is de body condition score leidend in de aanpassing van het rantsoen. Bij overgewicht is het niet nodig om extra energie met een merriebrok te geven. Wel is het nodig dat het ruwvoer dan voldoende eiwit bevat. Laat een ruwvoeranalyse maken om de gehalten aan energie, eiwit en suiker te weten. Dan zou nog een aangepast supplement nodig zijn voor de mineralen en vitaminen. Bij geen overgewicht of wat vermagering kan een merriebrok nodig zijn. Dat bevat een redelijk hoog eiwitgehalte en extra mineralen en vitaminen.
Voor de hengst is geen speciaal rantsoen nodig, zolang je de conditie op peil kan houden met ruwvoer en het supplement.
