Edwin Enzerink is teamveterinair voor de Nederlandse dressuurpaarden. Na Tryon en Rotterdam maakte de Brabantse dierenarts in Tokio zijn derde kampioenschap mee. Enzerink vertelt over de veelbesproken warmte, zijn taak als teamveterinair en de vliegreis.
“Het was de eerste keer dat ik met paarden heb gevlogen. Dat was een hele ervaring, zeker omdat de meeste paarden nog nooit gevlogen hadden. Het verliep allemaal heel soepel. Halverwege de reis was het net alsof de paarden thuis waren, zo rustig stonden ze te eten. Bij ons in het vliegtuig stonden 37 paarden, de vlucht na ons had 46 olympische paarden aan boord. De piloot wist wat hij aan boord had en hield echt zoveel mogelijk rekening met zijn lading. Op de heenweg hadden we een tankstop in Dubai. Terug mogen we over Rusland vliegen. Een rechtstreekse vlucht die acht uur reistijd scheelt. Dat is dankzij bemiddeling via het Russische team. Daar zijn we echt blij mee, nu zijn we in 12 uur terug in Luik en het scheelt een keer opstijgen en landen.”
Observeren
“Mijn taak als teamveterinair bestaat vooral uit observeren, controles uitvoeren en waar nodig ondersteunen. Ik check of de paarden geen gevoelige plekken hebben en er bijvoorbeeld geen tekenen zijn van een opkomende blessure. Waar nodig bespreek ik issues met de ruiters. Over het weer hebben we vooraf al veel gesproken en ik denk dat we daar goed op voorbereid waren. Toch bleef de warmte wel iets wat we in de gaten moesten houden.”
Zwoele zomeravond
“Het is hier warm, maar het is wel heel goed te doen. De faciliteiten voor de paarden zijn fantastisch. Het stalgebouw heeft een constant gekoelde temperatuur, de paarden kunnen goed bijkomen. Het zijn grote stallen met alle mogelijkheden om te koelen. De wedstrijden waren in de avond en dan staat er een lekker windje. Het voelt dan als een zwoele zomeravond en dat maakt het voor iedereen aangenaam. In Tryon waren de omstandigheden minder. Daar waren de stallen heel warm en dat maakt dat de paarden minder goed konden herstellen.”
Bron: KNHS