![Veulen Veulen](https://www.horses.nl/wp-content/uploads/2012/02/veulen_200x1341.jpg)
Dr. Werner Schade zelve was naar Bremerhaven gekomen. Misschien was de Hannoveraanse fokkerijleider wel komen opdraven om een tegenwicht te bieden aan het Hollandse oproergekraai. Mijn verhaal ging over het KWPN-fokdoel (een gespecialiseerde en consequente keuze voor de Grand Prix) tegenover het Hannoveraanse fokdoel, dat de kool en de geit spaart.
De man die afgelopen winter Apache niet goed genoeg vond en Bretton Woods erkende voor de Hannoveraanse dekdienst, legde mij uit dat ze in Hannover vast willen houden aan de combinatie van sport en recreatie. En dat ze elk jaar weer heel veel Hannoveranen verkopen aan klanten uit de hele wereld die een zwak hebben voor mooie paarden en nooit van hun leven Grand Prix zullen rijden. En hij voegde er fijntjes aan toe dat Nederland toch wel een probleem heeft met de stap.
Ik liet de Hannoveraanse fokkerijleider mooi in z’n sop gaar koken en zou deze column nooit hebben geschreven als het afsluitende vragenrondje mij niet aan de grond had genageld. Een Hannoveraanse fokker wilde van Schade weten waarom hij zijn merrie niet bij Heartbreaker mocht dekken, de hengst die al jaren de springindex van het leidende KWPN aanvoert. Na een zeer lang equivalent van het antwoord ‘Om daarom niet’, stak een tweede moedige Hannoveraan zijn vinger op. Zijn oog was gevallen op een paar Franse hengsten die succesvol Grand Prix sprongen en hij vroeg zich af waarom hij daar geen volwaardig Hannoveraans papier bij krijgt. ‘Maar weet u dan niet dat de Franse fokkerij grote nadelen met zich meebrengt?’, poeierde Schade de opstandige fokker af.
Een dag later was ik weer terug in de 21e eeuw, bij een stamboek dat z’n fokkers wel serieus neemt. BWP-juryvoorzitter Boudewijn Schepers stelde dat je moet fokken voor de Grand Prix en dat je dan genoeg paarden overhoudt voor amateurruiters. En hij zei dat fokkers heel goed hun eigen keuzes kunnen maken.
Terugkijkend op deze twee fokkersavonden doe ik daar een schepje bovenop: daar waar het succes tot nu toe te danken was aan investerende hengstenboeren, zal toekomstig stamboeksucces te danken zijn aan zelfbewuste en streng selecterende merriehouders.
Dirk Willem Rosie, hoofdredacteur ([email protected])
Deze column verscheen dinsdag 28 februari 2012 in De Paardenkrant.
Eens met het verhaal en de conclusie.
Ik zou het zelfs als volgt verwoorden.
Het draait om de topfokmerrie en niet om de topfokhengst want eicellen zijn zeldzaam en spermacellen zijn er in overvloed.
Ergo : Een topfokmerrie is de kip met de gouden eieren.
En embryotransplantatie kan helpen om hier optimaal gebruik van te maken. Kijk maar eens goed naar het onvoorselbare succes Dat Joris de Brabander boekt met zijn fokkerij. Dit succes is gebaseerd op fokkerij inzicht in combinatie met structureel toepassen van ET.
Ik was aanwezig in Pittem bij zijn beknopt betoog als paardeliefhebber zou je een hele dag kunnen luisteren naar van DWR hopelijk kunnen we dat nog eens beleven in een setting met verschillende paarden in een of andere stoeterij zou leuk en leerzaam zijn