In het Friesch Dagblad en de Leeuwarder Courant doet voormalig stamboekdirecteur Ids Hellinga zaterdag heftige uitspraken over de toekomst en de gezondheid van het Friese paard. In het artikel, geschreven door Jacob Melissen, geeft Hellinga meer openheid van zaken over het lopende onderzoek naar slokdarmverwijding. De geneticus vertelt dat stamboomonderzoek uitwijst dat de problematiek waarschijnlijk bij de hengst Ynte 130 (1920 - 1940) begonnen is. Deze hengst was niet heel populair, maar in het gesloten Friese stamboek lijkt het gen toch wijd verspreid. Hellinga verwacht dat minstens de helft van de populatie Friese paarden nu drager is van ongewenste erfelijke eigenschappen. Hij denkt daarom dat vreemd bloed onvermijdelijk is geworden.
Het onderzoek naar bindweefselaandoeningen, en dan specifiek slokdarmverwijding, wordt gefinancierd door de Amerikaanse Fenway Foundation en uitgevoerd door onder meer de Universiteit van Kentucky. Hellinga is tegenwoordig wetenschappelijk adviseur bij Fenway. Hellinga was hiervoor 18 jaar lang stamboekdirecteur en in die periode mede-verantwoordelijk voor het oplossen van de inteeltproblematiek en het fokkerijbeleid.
‘Onder de radar’
Hellinga: “We denken dat lang niet alle paarden met een dubbele mutatie voor slokdarmverlamming (homozygotie – red) dat ook laten zien. Dan kun je zeggen dat je een normaal paard hebt, ook al is dat paard genetisch niet gezond. Paarden met de afwijking blijven zo onder de radar.” Hellinga verwacht dat er voor het einde van dit jaar een test is. “Gezien de feiten die ik nu heb, acht ik het onvermijdelijk om het inbrengen van vreemd bloed binnen de rasfokkerij die het Friese paard is, sterk te overwegen.”
Verbijstering
Dat Hellinga zich nu zo stellig uitlaat is opmerkelijk. Enkele maanden geleden noemde hij het nog ‘niet zijn rol’ om over vreemd bloed te praten. Onder bezorgde Friese fokkers – die soms al langer pleiten voor aanpassing van het gesloten fokbeleid – is met enige verbijstering gereageerd op de manier waarop de oud-directeur zich nu uitspreekt. Men vraagt zich af of hij daar niet eerder mee had kunnen beginnen. In de Friese kranten zegt stamboekdirecteur Marijke Akkermans blij te zijn dat Hellinga nu bij het onderzoek betrokken is. “Het is duidelijk dat aanvullend onderzoek nodig is om de juiste keuzes te kunnen maken (…) er wordt hard gewerkt aan het uitwerken van scenario’s.”
Leden moeten instemmen
Het fokkerijbeleid en de mogelijke oplossingen voor de inteeltproblematiek van het Friese paard stonden hoog op de agenda bij de regiovergaderingen van het KFPS de afgelopen weken. Ook de optie ‘outcross’ kwam in de discussies aan bod. Er waren echter relatief weinig leden aanwezig bij de diverse vergaderingen, dus het stamboek zint nog op manieren om de leden meer te betrekken en mee te laten praten. Om vreemd bloed binnen het stamboek mogelijk te maken, is een statutenwijziging noodzakelijk. Dat betekent ook dat de leden met die wijziging moeten instemmen, via hun vertegenwoordigers in de ledenraad.
Bron: Leeuwarder Courant / Phryso / Horses.nl
Longread over de inteeltproblematiek bij het Friese paard:
Een ras met zulke hoge inteeltpercentages en zoveel fysieke afwijkingen kan niet meer door de eigen populatie worden opgelost omdat er geen “vrije genen” meer zijn. Dat is een gegeven en als men daar niet adequaat een gedegen fokbeleid voor opstelt, is het ras ten dode opgeschreven. Dat is het nu al vanwege het hoge aantal merries dat met de nageboorte blijft staan. Als er geen dierenartsen waren, was er al een groot deel van de populatie verdwenen. Om dit probleem efficiënt aan te pakken zal er eerst een grondige inventarisatie gemaakt moeten worden van welk functioneel Fries paard kunnen en moeten wij fokken en hoe bereik je die doelstelling.
Rassen, model en type
Veel rasfokkerijen proberen aan de modewaan mede te doen door het ras een modern jasje te geven die aansluit op de huidige modedenkbeelden. Het Friese paard en de Haflinger zijn daar goede voorbeelden van. Als het KWPN hoogbenige, instabiele rijpaarden met lange voorbenen voorschrijft als zijnde het ideale model dressuurpaard menen de rasfokkerijen deze criteria ook op hun populatie te moeten loslaten. Men realiseert zich überhaupt niet dat daarmee de oorspronkelijke kenmerken en bevestigde eigenschappen van het ras onherstelbare schade wordt toegebracht, die na enkele generaties praktisch gezien zelfs met het eigen genetisch materiaal niet meer te herstellen is, omdat de oorspronkelijke raskenmerken er drastisch uitgemendeld zijn.
Veranderde visie
Ook het Groninger paard heeft aan de lijve ondervonden dat een veranderde visie onherstelbare schade aan de populatie en zelfs een hele populatie in enkele decennia van het fokkerijtoneel en daarmee van ook van het directe wedstrijdgebeuren liet verdwijnen.
Men heeft er nooit bij stil gestaan of willen stilstaan welke fysieke en mentale eigenschappen het Groninger paard heeft ingebracht bij de omvorming. Evenmin heeft men zorgvuldig geanalyseerd welke bijdrage het Groninger paard (functioneel model) heeft geleverd op de successen van de F1 kruisingen. Alles werd toegeschreven aan de inzet van de Engelse Volbloeds die de bedenkers ongelimiteerd op de populatie hadden voorgeschreven of zelfs hadden afgedwongen. Twee of drie generaties later was er nog maar weinig van de robuuste Groninger inbreng in de morbide en onharmonische rijpaardenstapel te herkennen.
Het is daarom ook begrijpelijk dat de moderne gebruiker geen relatie legt en kan leggen tussen het Groninger paard (model) en de sportresultaten. Fenotypisch ontbreken hem de herkenningspunten en genetisch zorgen de beleidsmakers er wel voor dat de prestaties van de huidige sportpaarden consequent aan andere en dus aan hun factoren worden toegeschreven.
Men gaat daarin zelfs zover dat de robuuste en over generatieslang vergaarde Groninger evenwichtige warmbloedkwaliteiten eerder als negatief dan als positief worden ervaren.
Met als resultaat dat de overgebleven Groninger populatie bij lange na niet een representatieve vertegenwoordiging vormt van het destijds harmonieuze en trotse Groninger warmbloedpaard. Dit is een voorbeeld hoe het het Groninger is vergaan en daar zal men bij de inbreng van ander bloed dus voor moeten waken want anders gaat het Friese paard met een zogenaamd nieuw fokbeleid alsnog ten onder.
Goedenavond, onze Fries heeft een slokdarmverlamming, en ik krijg eigenlijk nergens informatie hier over.bij onderzoek is gebleken dat ze een slokdarmverlamming heeft.is er verder nog een advies hiervoor? Behalve, haar eten dun aanbieden??