Dus ik belde met Jacques Maree (“Nooit van gehoord”), Paul de Vries (“Doet me eerder denken aan rhinopneumonie”) en vervolgens ook nog met Hoogleraar inwendinge aandoeningen en voorplanting aan de Faculteit voor diergeneeskunde in Utrecht, Prof. dr. Tom Stout. Ook hij kende de aandoening ook niet, maar vond het wel een interessant onderwerp. “Het is waarschijnlijk geen nieuwe aandoening, maar ‘het beestje’ heeft waarschijnlijk recent een naam gekregen.” Zijn collega Marianne Sloet sprak ik later die dag ook nog en zij was als enige wel op de hoogte van het fenomeen.
Lees ook: ‘Nederlandse dierenartsen niet bekend met Warmblood Fragile Foal Syndrome’
Balletje rollen
Daarna ging het balletje snel rollen. Het KWPN zette het onderwerp op de agenda en twee dagen later meldde Gertjan van Olst (via een Amerikaanse omweg) dat zijn veeldekker Everdale drager was van het gen dat WFFS kan veroorzaken. Het duurde niet lang tot de hysterie toesloeg. Heel even dacht Van Olst er aan om Everdale voorlopig terug te trekken uit de fokkerij, maar daar kwam hij snel op terug. Ondertussen kwam ook Universiteit Utrecht met een bericht over WFFS.
NRPS en KWPN testen alle actieve hengsten
Een week later moet Gertjan van Olst nog een paar klappen opvangen, want ook de Everdale-zonen Inclusive en Inspire blijken dragers, meldt hij op 4 mei. Op dezelfde dag besluit het NRPS om alle actieve hengsten te gaan testen op het gen. De berichten over de aandoening bereiken inmiddels ook de landelijke media, maar de Nederlandse hengstenhouders wachten nog even af. Het KWPN besluit op 9 mei alle hengsten te gaan testen.
Dovemansoren
Terwijl de stamboeken en hengstenhouders over elkaar heen buitelden om te bewijzen dat ze zuiver op de graat zijn inzake WFFS, zag Dirk Willem Rosie zich genoodzaakt om een column te schrijven over deze eigen straat schoonvegerij.
Hoge woord er uit
Op 24 mei druppelden de eerste WFFS-resultaten van de KWPN-tests al binnen en maakten hengstenhouders de status van hun hengst zelf bekend, op 25 mei kwam het hoge woord er uit bij het KWPN. 10 WFFS-dragers op 250 geteste hengsten. Onder die dragers ook Guardian S, een uitslag waar Sjef Janssen niet blij mee was. Bovendien had hij er grote moeite mee hoe het KWPN te werk was gegaan omtrent WFFS. Het bericht daarover scoorde beter dan een opinie van de Duitse dierenarts Kareen Heineking-Schütte, die vooral tot wat rust maande.
Voorlichtende rol
De moeite die de redactie van Horses.nl en Paardenkrant er in stak om vooral een voorlichtende rol te hebben betreffende de aandoening, werd niet helemaal uitbetaald. Verschillende hengstenhouders hebben mij verteld dat hun WFFS-hengsten na de bekendmaking van de positieve status bijna geen merrie meer gedekt hebben. Wie zich enigszins verdiept in WFFS zou weten dat het eigenlijk niet meer voorstelt dan een kostenpost van een paar tientjes. Dat is namelijk het bedrag dat een test kost. Door hengst en merrie te testen en dragercombinaties te voorkomen is er geen risico op de aandoening. Daarover schreef ik in oktober van dit jaar een column: Zakdoekje leggen.
Goede voorbeeld
Voor 2019 is mijn wens dat mensen er zo naar gaan kijken en dat hengsten die heel veel kwaliteiten toe kunnen voegen niet blijven staan op hun WFFS-status. Voor sommige hengsten is het al te laat, die hebben hun ballen al moeten inleveren, maar andere hengsten kunnen nog steeds aparte paarden maken. Ik hoop dat ze dat gaan doen. In november werd in Westfalen het voorbeeld gegeven van hoe het ook kan én bleek bovendien dat een WFFS-drager nog heel veel waard kan zijn.
Voor 2019 wens ik de fokkers wijsheid (en een beetje meer nuchterheid) toe.
Rick Helmink
In praktische zin is het WFFS syndroom voorkomen inderdaad een kwestie van een paar tientjes voor de individuele fokker om te zien of zijn merrie vrij is. Is de merrie vrij dan kunnen haar veulens immers nooit WFFS lijder worden. Niets aan de hand dus. Kwalitatief goede hengsten, die het gen dragen, kunnen rustig ingezet worden. Zo kunnen hun goede genen gewoon volop benut worden en kan de vooruitgang in de populatie gewoon door gaan door deze goede hengsten te benutten.
Oh ja….. alleen die paar merries die zelf ook drager zijn , die moet je wel even met vrije hengsten combineren.
De korte termijn visie van Rick Helmink gaat bijzonder schadelijk uitwerken op de langere termijn. In zijn opstelling kunnen WFFS hengsten volop ingezet worden en ook hun zonen( naar ik aan neem), mits de merries maar vrij zijn. Echter de dochters van deze hengsten dragen ook voor 50% dit gen. Denk je maar eens in wat er gebeurt als 1 of 2 topverervers dit gen dragen( bijvoorbeeld Jazz en Flemming, wat godzijdank niet het geval is). Dan zal er heel wat water bij de wijn gedaan moeten worden inzake je hengstenkeuze voor een WFFS dragende merrie. En deze groep WFFS merries zal in rap tempo groeien. Kortom kan je nu nog slechts enkele hengsten , die niet onmisbaar zijn, uitsluiten van de fokkerij zonder veel schade aan de mogelijkheden van genetische vooruitgang aan te richten. Straks- in geval van het niet nemen van strenge maatregelen- worden we ernstig beperkt door veel dragers (mnl/vr) in onze selectieruimte met als gevolg een stagnerende genetische verbetering , omdat veel dieren niet meer gepaard kunnen worden met elkaar,(wat indirect ook een verder verlies van genetische diversiteit inhoudt).
Kortom ook hier geldt weer:”zachte heelmeesters maken stinkende wonden.” Er is 1 stamboek in Nederland die het goed begrepen heeft en haar positief geteste WFFS hengsten de goedkeuring ontnomen heeft en dat is het IHW. Mogen meerdere volgen!
Ik vind de stellingname van Horses.nl op dit punt dan ook onverantwoord.