![Jazz Jazz](https://www.horses.nl/wp-content/uploads/2011/12/Kirsten-Beckers-Jazz-v.-Cocktail_200x134.jpg)
Ik vraag me af waar dat aan ligt. Zijn de springpaardenfokkers eigenwijzer, kijken ze meer over de grens dan de dressuurpaardenfokkers of hebben de Nederlandse dressuurpaarden geen buitenlands bloed nodig en de springpaarden wel? Ik durf er geen antwoord op te geven.
Wel denk ik dat het zaak is dat de dressuurpaardenfokkers ook eens bij de buren gaan kijken. Bijna honderd van de ruim 250 aangemelde dressuurhengsten voeren het bloed van Ferro. Ook Jazz en Flemmingh komen veelvuldig voor. Sterker nog: er zijn weinig hengsten aangemeld die vrij zijn van dit bloed. Deze genetische flessenhals is bij de springpaarden minder sterk, mede dankzij de invoer van buitenlands bloed. Mij hoor je niet zeggen dat een Duitser of een Scandinaviër de Nederlandse dressuurpaardenstapel direct een stap vooruit kan helpen, maar gezien de geringe bloedspreiding is het eigenlijk noodzaak.
Die bloedspreiding is overigens in de gehele Europese fokkerij een probleem. Hannover probeerde daar deze week mee te dealen door een flink aantal Nederlandse hengsten te erkennen, terwijl aan de eigen hengsten vanaf dit jaar zeer hoge eisen worden gesteld wat betreft de verrichting (meerdere van de eigen premiehengsten kunnen niet eens goedgekeurd blijven door hun onvoldoende prestatie in de verrichtingstest).
Een ander punt dat opvalt bij het doorbladeren van de KWPN-catalogus is het grote aandeel dressuurhengsten dat een jonge (mode)hengst, die op de keuring vooraan liep, als vader heeft. Bij de springpaarden is dat anders en is duidelijk te zien dat de fokkers eerder geneigd zijn te kiezen voor oudere hengst die zichzelf heeft bewezen in de sport en/of fokkerij. Met uitzondering van topleverancier Diarado, overigens.
Deze trend is al meerdere jaren waarneembaar. Wat wijsheid is, weet ik niet. De snelste foktechnische vooruitgang zou theoretisch geboekt moeten kunnen worden met een jonge hengst. Maar met een Ampère (Ferro en Flemmingh) uit een Jazz-moeder is wel zeker dat het inteeltpercentage in de dressuurpaardenfokkerij weer flink omhoog gaat. Op welke Nederlandse merrie kun je zo’n hengst nog zetten? Dan kun je maar beter net als de springpaardenfokkers eigenwijs zijn en ook eens over de grens gaan.
Rick Helmink, redacteur
Deze column verscheen vrijdag 9 december 2011 in De Paardenkrant
Er zijn nog wel hengsten met andere bloedlijnen in Nederland maar het word niet echt gestimuleerd om die te gebruiken.
De fokkers worden een bepaalde richting opgestuurd/gedwongen.
Inderdaad de jonge modehengsten worden het meest gebruikt, ik denk omdat in de praktijk blijkt dat de veulens hiervan hoog worden geplaatst of duur worden verkocht(waarom weet ik niet)
Ook de eerste jaargang hengsten van een hengst blijkt altijd meer kansen te krijgen.
Het moeten vooral moderne,bloederige,hoogbenige paarden zijn, want dat is de mode.
Dus logisch dat fokkers naar bepaalde hengsten gaan in deze toch al moeilijke tijd, anders verkopen ze zeker niks.
Eens met onderstaande reactie. Wij hebben een knappe 2,5 jarige hengst (vader is een minder gebruikte kwpnhengst) maar het kwpn heeft ons duidelijk te verstaan gegeven dat al zou hij het tot de derde bezichtiging maken, hij op zijn afkomst niet goedgekeurd zou worden, terwijl hij juist zou kunnen bijdragen aan de bloedspreiding. Op soortgelijke manieren worden er veel kansen gemist, want nog een vivaldi-nakomeling zitten we toch niet op te wachten? zeker niet gezien het slecht ondergebrachte achterbeen van laatstgenoemde hengst en vele andere hengsten die wel worden doorgelaten..