Het Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur heeft aangeklopt bij de Sectorraad Paarden. Hun nieuwe minister Femke Wiersma ziet in SRP-voorzitster Gerda Verburg de aangewezen sparringpartner. Die conversatie tussen hen brengt in de Kettingbrief de drie belangrijkste thema’s in kaart die de komende vier jaar bij de SRP op de agenda staan en in wat voor vorm de overheid daarbij nodig is.
Verburg stelt in haar Kettingbrief onder andere: “De vraag wat belangrijk is voor de komende jaren op het gebied van paarden is simpel te beantwoorden: de paardensector voor fokkerij, hobby of sport moet voor iedereen bereikbaar blijven. Dat mag nooit afhankelijk worden van de dikte van de bankrekening of de mate waarin men zich moet bewegen in de bureaucratie van wetten, voorschriften en regelingen. Paardensport is volkssport en dat willen we zo houden.”
Lees de gehele kettingbrief van Verburg in de Paardenkrant van deze week.
Exclusief voor abonnees: Lees de krant online
Geen abonnee? Sluit direct een abonnement af
Bestel dit nummer nu in print of digitaal in de webshop
Mooi praten van Gerda Verburg. Wat doet eigenlijk de sectorraad? Alles word duurder, btw verhoging enz.
De holle kreten van Verburg Dat Verburg een politica is geweest, blijkt ook uit de typisch holle kreten van de politici die ze kennelijk niet ontgroeid is. De SRP werpt zich graag op als een organisatie die, weliswaar ongevraagd, alle paardenliefhebbers placht te vertegenwoordigen maar die zelfbenoemde status is na het uittreden van de KNHS aardig afgeslankt en wordt nu nog hoofdzakelijk door het KWPN gedomineerd.
In haar hoedanigheid als minster van LNV concludeerde ze in haar nota van 2007 onder 8.3 Welzijnproblemen o.a. het volgende: “Het eenzijdige fokbeleid gericht op de topsport waar uiteindelijk slechts een zeer beperkt aantal paarden in terechtkomt”.
Daarmee ageerde ze duidelijk tegen het fokbeleid van het KWPN. Dat fokbeleid is in al die jaren nog niks veranderd want het KWPN heeft nog steeds als fokdoel het fokken van Grand Prix- paarden. Mw. Verburg weet inmiddels vast wel dat GP- paarden nu niet bepaald door het gewone volk worden aangeschaft. En als ze ook in haar hoedanigheid als spreekbuis van de SRP de voorpagina’s van de hippische bladen had gevolgd, had ze opzeker geweten dat die artikelen hoofdzakelijk over GP-paarden en niet over de paarden van de lagere goden gaan. Er bestaat altijd een gespannen sfeer tussen humeur en inkomen en in de paardenwereld van het gewone volk is nu net het inkomen de grootste bottleneck om dat GP- nivau te bereiken. Nog afgezien van de vraag of het gewone volk überhaupt die ambitie heeft.
Mw. Verburg kan ook vast wel rekenen en als ze even optelsom maakt wat het houden van een paard zoal aan kosten meebrengt, had ze op haar hoge hakken kunnen nagaan dat het gewone volk tegenwoordig krom moet liggen om nog een paard te kunnen houden. Uit de dalende cijfers van de KNHS had ze zelf ook die conclusie kunnen trekken. Want ook al bereikt maar een heel marginaal aantal paarden de status GP- paard dan wordt dit bijvoorbeeld niet in dekgelden doorberekend. Die liggen bij het KWPN praktisch allemaal op GP- niveau en stijgen niet zelden ver boven een modaal maandelijks inkomen uit. Verburg moet dus niet alleen de overheid verwijten dat de paardensport voor steeds minder mensen bereikbaar wordt maar zou ook binnen de eigen zelfbenoemde club driftig aan het werk moeten gaan om “Paardensport is volkssport” gestalte te geven.