Beste KNHS, beste Marion Schreuder,
Als groom en dus toeschouwer van de opleiding instructeur Wedstrijdsport dressuur, niveau vier, heb ik de afgelopen twee jaar de instructeursopleiding oude stijl van nabij mogen volgen. Twee jaar waarin ik me aanvankelijk verbaasde, maar allengs meer en meer ging ergeren aan het gebrek aan kwaliteit van de opleiding in zowel structuur, vorm als inhoud. Ik verheugde me dan ook zeer toen me duidelijk werd dat de instructeursopleiding op de schop ging, en even dacht ik dat er inhoudelijk inderdaad een ontwikkelingsslag gemaakt zou worden.
Op papier goed
Me verdiepend in de nieuwe structuur moet ik echter constateren dat er op papier best een mooie slag gemaakt is, door de opleiding meer gefaseerd en in de basis meer breed aan te bieden. Echter ik kan me herinneren dat de opleiding oude stijl er op papier ook heel goed uit zag: een 2 jarig opleidingstraject, voorafgegaan door een pittige selectie, en dan een opleiding die de aspirant instructeurs in staat moest stellen om binnen de wedstrijdsport dressuur combinaties van af de B t/m ZZ licht deskundig te begeleiden. Een opleiding waarbinnen de cursisten onderwezen werden in het vak van lesgeven, er zo’n 40 uur stage gelopen moest worden, en daar onder toezicht lesgegeven moest worden, er 20 uur besteed moest worden aan het organiseren van een hippische activiteit én er 5 verplichte centrale bijeenkomsten waren met ‘interessante workshops’.
Praktijk viel tegen
Helaas blijkt het in de praktijk dan toch echt makkelijker om een cursus op papier wervend neer te zetten, dan het is om het in de praktijk ook écht goed te doen. Want de praktijk viel tegen, heel erg tegen en ik betwijfel of met het veranderen van de structuur de ínhoud voldoende mee verandert om van een goede opleiding te mogen spreken.
Wat ik de afgelopen twee jaar gezien heb, is dat een groep mensen royaal heeft moeten betalen voor een opleiding waarbij de literatuur bestond uit een samengestelde map met gekopieerd materiaal, welke in een stoffige kantine van een willekeurige manege zorgvuldig voorgelezen werd door de betreffende docent, maar waarbij de samenhang in het gebodene nogal eens ontbrak, en ondersteuning van de theorie door bijvoorbeeld audiovisueel materiaal praktisch onmogelijk was. Daar waar internet ból staat van zeer mooi visueel didactisch materiaal, moesten de cursisten het doen met samengeraapte gekopieerde informatie, waarbij er heel veel níet aan de orde is gekomen.
Het Skala der Ausbildung is nauwelijks tot niet genoemd of uitgewerkt. In de lespraktijk veel aandacht voor het rijden van wissels en pirouettes, maar niets over hoe een probleem in het rijden te analyseren en op te lossen. Geen aandacht voor de biomechanica én het nut en functie van verschillende oefeningen in het proces van gymnastiseren. Geen woord over nut en functie van hulpteugels, over de kunst en het nut van longeren maar te zwijgen.
Verplichte stage
De 40 uur verplichte stage bleek dan toch lastig in te plannen in de agenda’s van de stagebegeleiders, laat staan het onder toezicht op de stageplek lesgeven. Cursisten die zich met enthousiasme hadden ingeschreven bij stagebegeleiders met een naam, moesten constateren dat er in de praktijk te weinig tijd was en er uiteindelijk de toevlucht werd genomen tot het insturen van filmpjes. Of en hoe daarop dan uiteindelijk feedback werd gegeven is me vervolgens niet duidelijk geworden. Ook mag ik hopen dat niet alle stagebeleiders de stagevergoeding hebben gekregen voor de papieren uren, de uren die ze hadden móeten maken met hun stagiaires.
Docenten
En dan de docenten, de instructeurs, die ingehuurd waren om de cursisten eens in de veertien dagen te scholen in het vak van instructeur zijn. Ik ben natuurlijk maar bij 1 opleidingsgroep aanwezig geweest, en kan niet over de andere locaties oordelen. Maar de mensen die voor deze groep waren ingehuurd hadden daar niet moeten staan. Ze zijn ontegenzeglijk verdienstelijk ruiters, aardige mensen misschien ook wel, maar dit hadden ze echt niet moeten doen.
Want wat valt er voor de cursisten te leren als je instructeur drukker is met het gezellig in gesprek zijn met meegereisde ouders, de mobiel of het gezellig gezamenlijk klagen over het jurycorps, dat het in het afgelopen weekend natuurlijk weer verkeerd gedaan heeft. Wat valt er te leren als een instructeur besluit om 1 van de groepsleden achter in de bak een royaal uur priveles te geven aan een combinatie die even niet zo lekker gaat, terwijl de andere instructeur in opleiding dan maar on gesuperviseerd les staat te geven? Let wel: er werd geen openbare les gegeven door de docent… Nee: docent en amazone trekken zich terug achter in de bak en werken daar verder, de rest van de cursisten moet het maar even uitzoeken. Wat heb je kunnen leren als je in de periode van 30 bijeenkomsten maar 5 keer les hebt kunnen geven?
Wat valt er te leren als er steeds weer gehamerd wordt op de structuur van het examen, zoals het feit dat de combinaties tijdens het begin van het examen op de K-F lijn moeten staan en zichzelf voor moeten stellen, maar er structureel geen aandacht is voor probleemanalyses en mogelijk oplossingen voor rijkunstige problemen.
En welke indruk geeft het als docenten keer op keer voorleven dat planning niet zo belangrijk is, dat een les rustig bij herhaling een drie kwartier mag uitlopen. Wat voor indruk geeft het op het gebied van paardenwelzijn als er een half uur achter elkaar met een paard álleen maar gewerkt wordt aan de wissels. Als er een paard waar niet helemaal zeker van is of het rad is er gewoon maar ‘doorheen gereden’ moet worden.
Nieuwe cursus
En natuurlijk gaat dit allemaal over de óude cursus, en natuurlijk gaat de nieuwe cursus beter zijn. Ongetwijfeld. Maar als dan de níeuwe opleidingscommissie tijdens de diploma uitreiking een clinic organiseert en het paard dat daarvoor gebruikt wordt in de wendingen overduidelijk onregelmatig is, en níemand heeft het lef om in te grijpen en een streep te zetten door deze clinic, dan ben ik er niet gerust op en kan ik niet anders dan denken dat de vórm van de opleiding mogelijk veranderd is, maar vrees ik nog steeds voor de ínhoudelijke kwaliteit van het geheel. Hetzelfde geldt voor het inzetten van de docenten, als dezelfde docenten blijven doceren, zie ik de kwaliteitsslag niet zo snel gemaakt worden.
Inhoud
Beste KNHS, de vórm veranderen zegt helaas nog niets over hoe binnen de vorm de inhoud zijn plek krijgt en over de kwaliteit. Als we willen dat de Nederlandse ruiters in de breedte góed geschoolde ruiters blijven, dan zal er aandacht moeten zijn voor het afleveren van goed geschoolde instructeurs. En dat kan alleen als er gedurfd wordt te kijken naar de feítelijke inhoudelijke kwaliteit van de huidige nieuwe vorm.
Want nogmaals, ik vrees dat dát nu net niet aan de orde is geweest.
Maria Peters
Deze ingezonden brief verscheen in ingekorte vorm in De Paardenkrant van woensdag 13 maart.
Reactie KNHS
De redactie van De Paardenkrant heeft de KNHS gevraagd om een reactie. Deze volgt in De Paardenkrant van volgende week. De KNHS benadrukt dat deze ingezonden brief betrekking heeft op de cursus ‘oude stijl’ en dat er in de nieuwe opzet veel veranderd is.
Laat je horen
De redactie van Paardenkrant-Horses.nl geeft vaak zijn visie op de paardenwereld. Maar we zijn ook zeer benieuwd naar die van jou. Ook een bijdrage leveren aan Laat je horen!? Dat kan, graag zelfs! Klik hier voor de overzichtspagina met spelregels, uitleg en alle eerdere verschenen opinies.
Volgens mij heeft de knhs weer eens een domper geslagen. En probeert t nu af te doen dat deze feedback over de oude cursus gaat. Lezen is blijkbaar ook al te ingewikkeld voor de knhs.
Dan begrijp ik wel waarom fatsoenlijk kes materiaal en degelijke instructie ook een brug te ver is.
ha om dit te constateren hoef je niet naar Ermelo, kijk maar naar de velden en maneges waar gereden word.
Praktijk leer je in de praktijk en niet op papier… theorie is niets als je deze niet in de praktijk kan leren toepassen. Geen ruiter of paard is hetzelfde en kan dan ook niet op precies dezelfde manier als de theorie les krijgen. Lesgeven op maat leer je alleen in de praktijk en zeker niet in een korte tijd. Hoe langer ik les geef (inmiddels 30 jaar) hoe meer ik erachter kom hoe moeilijk het eigenlijk is. Deurne heeft mij geschoold en dan hadden we de stages om de theorie toe te passen en ervan te leren…. Tegenwoordig gaat iedereen die paarden leuk vind een cursus lesgeven volgen en denken dan gelijk alles te kunnen. Niet iedere instructie moet eerst goed geschoold zijn…. vaak zijn de beste door een zeer lange praktijkervaring en daarin gegroeid tot een goede instructeur. Mensen met paarden en paardenmensen maken hier wederom het verschil, is mijn mening
Ohhhh…. alsof ik mijn eigen verhaal lees. Tenenkrommend!!
Ik ken Marion Schreuder nog niet zo heel erg lang. Pas 35 jaar. Ik spreek haar ook niet zo vaak. Een keer of 4 in de week. Ik heb haar ook niet zo vaak aan het werk gezien. Ik denk honderden keren. Vanuit deze ‘schamele’ ervaring kan ik slechts opmerken dat ik niemand ken die zich zo heeft ingezet om het niveau van het rij-onderricht als Marion Schreuder. Er zijn weinig mensen die met zoveel hart en ziel zich hiervoor inzetten. En dat al jaren lang! Ik weet ook dat Marion vaak, veel te vaak de ‘heilige huisjes’ is tegengekomen, barrieres van verworven rechten moest overwinnen en (bijna) strandde in vriendjespolitiek. Het is ontzettend dapper dat ze ondanks alle tegenwind is doorgegaan met het verbeteren van de rij-opleidingen. Het is nu zaak dat het kaf van het koren wordt gescheiden en dat moet in de praktijk gebeuren. Dat moeten de klanten doen ofwel de markt. Maar zolang ruiters zich blijven blindstaren op winnen of scoren en zelf niet de moeite willen nemen zich te verdiepen in kwaliteit van de geboden instructie, zal er weinig veranderen. Die klus kan Marion Schreuder alleen niet klaren.
Helaas zie je toch nog te vaak dat mensen die goed tot heel goed kunnen paardrijden, ook gaan lesgeven. Maar dat is echt een vak apart. Vaak zie je dan ook dat ze didactisch het gewoon niet kunnen. Dezelfde mensen worden door de knhs ingehuurd voor het opleiden van nieuwe instructeurs. Conclusies mag iedereen zelf maken.
Helemaal mee eens , het vertaalt zich allemaal ook nog eens naar het wedstrijdterrein waar de inelkaargetrokken paarden hoog scoren. Als de instructeurs niet weten hoe een paardenlijf in elkaar zit , komt het met de leerling ook niet goed. Arme paarden!! Het draait waarschijnlijk zoals altijd om geld.
En dit is precies de reden waarom ik heel bewust niet heb gekozen voor een vervolgopleiding bij de KNHS!
En nu achteraf ben ik nog blijer met mijn keuze.
Aansluitend op dit stukje uit de reactie van Hanneke:
[Dat moeten de klanten doen ofwel de markt. Maar zolang ruiters zich blijven blindstaren op winnen of scoren en zelf niet de moeite willen nemen zich te verdiepen in kwaliteit van de geboden instructie, zal er weinig veranderen. Die klus kan Marion Schreuder alleen niet klaren.]
Ik zie teveel combinaties die instructie zoekt die altijd positief is over de combinatie. Waarbij de instructie heel veel veren in de …. steekt van de combinatie (ook richting ouders). Blijkbaar heeft men liever geen instructeur die echt kritisch is. En dat zijn in mijn ogen de betere instructeurs. En waarbij, bij mindere resultaten op de wedstrijden, het altijd aan het jurykorps ligt en niet aan de combinatie.
Zolang ruiters (en ouders) voor zulke instructie kiezen (goed voor hun eigenwaarde!) komen deze instructeurs er mee weg.
Zelf heb ik ook de instructeurscursus gevolgd en ben ik docent in het voortgezet onderwijs. De cursus verliep bij mij precies zoals omschreven in dit artikel. Dit is voor mij ook de reden geweest om geen vervolgcursus meer te doen.
Na de cursus dacht ik echt… Dit kan ik zelf veel beter! Helaas worden hier alleen mensen voor gevraagd die ‘naam’ hebben in de paardenwereld…. maar dat betekent niet automatisch dat ze zo’n cursus kunnen geven.
Hele sterke Opinie, Maria!
De KNHS-opleiding “Instructeur wedstrijdsport dressuur”??! Daar gaat het al fout, of het nu om oude of om nieuwe stijl gaat! En inderdaad Hanneke Hegeman, Marion Schreuder doet haar uiterste best, maar dit kun je niet alleen.
Waar het ooit fout is gegaan is m.i. het moment geweest dat het “Oude Deurne” weggehaald werd bij het Ministerie van Landbouw en Visserij!
Onderwijs hoort te liggen bij een ónafhankelijke instantie met deskundig opgeleide docenten, niet bij een wedstrijdbond en ook niet bij versnipperde zgn. paardenopleidingen.
Vanuit een degelijke, vakkundige opleiding zou áltijd gewerkt moeten worden met vakliteratuur, die voor iedereen inzichtelijk zou moeten zijn, maar die hier in Nederland niet of nauwelijks aanwezig is.
“Training Showjumpers” van Anthony Paalman (Koninkl. Nederl. Cavalerie School) en de 2 delen van Ernest van Loon, “Ruiters en Rechters” zouden nog het dichtst in de buurt komen, maar beter zou zijn vakliteratuur zoals in Duitsland door de FN gebruikt wordt en door de FEI als richtlijn gehanteerd wordt!! Dit zijn 2 boeken, deel 1 “Basisopleiding voor ruiter en paard” en “Richtlijnen voor het rijden, opleiding voor de gevorderden”.
Dit zijn handleidingen, gericht op het Skala der Ausbildung”, opgesteld door 16 vakmensen!
Daar moeten wij wereldwijd wéér naar toe, zo heeft de FEI het opgesteld!
Eerst goed leren paardrijden!
Het begint met theorie die aan de praktijk getoetsd dient te worden om vervolgens die theorie te kúnnen begrijpen!
Men moet leskrijgen in het lesgeven. Sta náást een vakjat in het midden van de bak en leer door diens bril te kijken, breng het in de praktijk, leer te zíen wat de ander voelt, leer begrippen als Aanleuning en nageeflijkheid te voélen vanaf de grond. Als je nu leest op verschillende sites waar de subtop digitale clinics geven over dergelijke begrippen dan gaan de rillingen over je rug: zij hebben géén begrip van de rijtechniek!
Het is zo belangrijk om álle gezichten binnen de hippische wereld dezelfde kant op te laten kijken vwb de opleiding van ruiter en paard. Iedereen dient dezelfde basisvoorwaarden te kennen.
Het gaat niet om kunstjes erin stampen als wissels en pirouettes. Die zijn niet moeilijk als je de opleidingsweg vanaf het begin hebt gevolgd. Dan komen deze oefeningen eruit “rollen”.
Dit mogen we nooít over laten aan wedstrijdruiters, die zeker anno 2019, hele andere doeleinden hebben! Tenzij deze een intensieve scholing, de juíste, hebben ondergaan, maar dat valt hier in Nederland niet mee om die mensen nog te vinden.
We hebben een degelijke vakopleiding nodig, die niet onder apèl staat van een KNHS, maar van een onafhankelijke instantie. Docenten moeten níet komen uit de KNHS en alle “machtigen” daar omheen, maar zouden zorgvuldig uitgekozen worden door onafhankelijke vakmensen.
Ik sluit mij geheel aan bij Caroline , die 14 maart reageerde. Paarden die technisch slecht gereden worden , in elkaar getrokken , krijgen wel degelijk winstpunten. Als de oefening maar getoond wordt . Het paard wordt niet gereden maar de gevraagde oefeningen. Dat betekent dat betreffende jury geen diepgaande kennis over het paardenlichaam heeft verworven. Maar dat betekent ook dat de instructeur van het paard die diepgaande kennis nergens heeft kunnen verwerven . Dat is te wijten aan de scholing van betreffende jury en instructie.
Ik kan mij goed vinden in de reacties van Hanneke en Jacqueline. Wat volgens mij de laatste 5 jaar niet goed is gegaan in de opleiding gaat wel enkele jaren duren voordat dit weer recht gezet is. Er is te veel theoretisch gedacht en naar een “ipad” instructeur toegewerkt. We hebben teveel mensen die met paarden omgaan maar we missen de paarde-mensen. Ruiters willen te weinig tijd steken in een goede instructie en in de basis-ontwikkeling van het paardrijden. Er is mij altijd geleerd: rij je paard vanuit het been naar de hand toe, over de rug met de juiste hoofd-halshouding en lengte. En neem de tijd om jezelf en je paard te ontwikkelen. Tegenwoordig willen ruiters zo snel mogelijk winstpunten behalen en prijzen winnen anders zijn ze (en ouders) niet tevreden. En de ontevredenheid ligt overal aan, behalve aan henzelf en hun rijkunst. Bij veel instructeurs hoor je altijd maar “goed zo” en een kritische instructeur is al snel te hard en onkundig in hun ogen. (Wanneer de rijkunst ophoudt komen de leermiddelen tevoorschijn). We mogen blij zijn met mensen als Marion die zich inzetten voor het behoud van een goed gestructureerde en nieuwe waardevolle opleiding voor instructie.
Thomas
Uiteraard kan eenieder zichzelf verdiepen en verbeteren aan de hand van het grijze/rode boekje “Handleiding tbv Nederlandse ruiters en hun instructeurs”.
Dit boekje is de beknoptere uitgave van de 2 Duitse delen en dus net zo correct.
Was lange tijd nog verkrijgbaar voor €6,25 bij Media Boekservice, maar niet meer. Zal vast nog via andere kanalen verkrijgbaar zijn.
Daarbij zou het ook goed zijn als we weer toenadering zouden zoeken tot de Duitsers ipv hun kritiek op onze rijderij met modder te bestrijden.
Samenwerking zou aan te bevelen zijn, aangezien hun gedegen scholing nog steeds bovenaan staat op wereldniveau. Moeten we wel onze arrogantie laten varen …..
Het is niet mijn aard om te reageren via de pers maar toch voelde ik mij als “ervaringsdeskundige” geroepen om te reageren.
Ik heb namelijk het genoegen gehad om zowel bij de KNHS alsook bij NHB Deurne leerlingen mogen te begeleiden tot instructeur en ben het met de stelling eens dat lesgeven een vak is.
Dit leer je niet in een cursus. Je moet mensen en paarden kunnen lezen. Daarvoor moet je praktijkervaring op doen met de middelen die je aangereikt hebt gekregen tijdens je opleiding en je moet verder openstaan om beter te willen worden in je vak.
Wat mij prikkelde als docent en hopelijk meerdere collega KNHS docenten ook, is dat de reacties op het artikel een generaliserend karakter kreeg. De indruk ontstond bij mij dat zowel inhoud, organisatie en docenten van de KNHS-opleidingen onder de maat zijn en daar kan ik mij niet in vinden.
Dat wat er verwoord wordt in het artikel kan ook mijn goedkeuring niet hebben en neem aan dat leerlingen op dit niveau (4) communicatief vaardig genoeg zijn om dit met de desbetreffende docent en eventueel organisatie (KNHS) te bespreken.
Dat opzet van de KNHS opleiding niet helemaal voldeed was duidelijk en daarom is er een klankbord groep gevormd met als resultaat de nieuwe structuur waar we als docenten allemaal ons zegje over hebben mogen doen.
Verder zijn met alle docenten individuele gesprekken gevoerd en bijscholingen georganiseerd om meer op een lijn te komen.
Het resultaat van de verandering kunnen we pas over een paar jaar zien daar de nieuwe opzet pas afgelopen najaar van start is gegaan. Onderwijs is en blijft in beweging en niemand is perfect. Mochten er zaken zijn die niet naar wens verlopen bespreek het met de organisatie. Zij zullen zeker binnen hun mogelijkheden hierop reageren daar ben ik van overtuigd.
Peter Strijbosch
Helaas. Maar niks nieuws. Als lerarenopleider met een speciale didactische cursus voor instructeurs heb ik al wel eens contact gezocht met het knhs, en heb aangeboden eens met ze te brainstormen over de manier van lesgeven. Er zijn zoveel goede leer-en instructietheorieen in het reguliere onderwijs waar men gebruik van kan maken.. ik kreeg toen een one-liner als reactie: “we hebben voldoende expertise in huis om dit zelf te doen.”
Nou, dat blijkt.. ondertussen blijf ik speciale cursussen aanbieden voor instructeurs om hun didactische vaardigheden te verbeteren. Iets wat eigenlijk in de opleiding zou thuishoren!
Beste heer Strijbosch, het moge duidelijk zijn dat u tot de groep van vakmensen behoort en uiteraard zullen er daar nog veel meer van zijn binnen de KNHS.
Ik denk dat de meesten die u kennen vanuit uw vakgebied dat ook allemaal zullen beamen, ook die hier gereageerd hebben.
Toch gaat er ergens iets niet goed in paardenland, heer Strijbosch, getuige de vele reacties bij vele gevoelige onderwerpen hier op Horses.
Mensen maken zich terecht zorgen over hetgeen wat men m.n. in de dressuurring voorgeschoteld krijgt.
Waar ligt dat dan aan?
Persoonlijk denk ik dat dat ligt aan de versnippering, de verloedering van de dressuur. Er is geen duidelijkheid meer over wat men wil zien in de ring:
Is dat spekatekel of is dat de zuiverheid van de gangen, de ongedwongenheid, harmonie? Spektakel en harmonie gaan heel vaak niet samen.
Er is een kloof ontstaan. Enerzijds is er de klassieke dressuur op basis van het Skala der Ausbildung, een bewezen en voor het paard de meest verantwoorde opleidingsweg, die ook de leidraad vormde in Deurne.
En anderzijds is er de nieuwe, moderne manier van rijden.
Het Skala is gedocumenteerd en geeft houvast/structuur voor zowel instructie als jury. Alle gezichten staan dezelfde kant op.
Met het nieuwe rijden valt geen boek te vullen. Daar moet men het vooral hebben van goeie fokprodukten en een goed gevulde portemonnee. De basis wordt vaak overgeslagen.
Mensen zien die verschillen meer en meer.
Denkt u dan niet dat het logisch is dat men zich afvraagt wat die opleiding van de KNHS tegenwoordig nog inhoudt?
Dit is toch een logisch gevolg van de hedendaagse rijderij en hoe er gejureerd wordt?!
Sommigen blijven bij hun oude principes, omdat zij weten wat het paard en ruiter brengt. Anderen veranderen mee met de moderne tijd, maar vaak om andere redenen dan bovengenoemde groep.
Voor mij bent en blijft u een vakman, net als voor velen anderen. Ik begrijp dat u zich over één kant geschoren voelt met anderen, maar dat heeft vooral te maken met het verdwijnen van een hoop kwaliteit bij de combinaties die we hedentendage zien.
We kunnen symptomen aanpakken of we gaan het probleem aanpakken en weer opleiden!
De kwaliteit van de opleiding wordt altijd weerspiegeld in wat er in de ring gepresenteerd wordt. En die wijkt met de sterk achter de loodlijn lopende en op de voorhandgaande paarden, achterover hangende en prikkende ruiters steeds verder van de regels af. En dat gaat niet alleen voor de instructie maar ook voor de beoordeling op. De instructie en de beoordeling zullen weer afgestemd moeten worden op de basis zoals die in de regels in vastgelegd. Anders blijft het dweilen met de kraan open
Als ik naar een dressuurwedstrijd ga; of dat basis sport is of subtop mag ik in mijn handen knijpen als ik al 5 combinaties zie die voldoen aan de vereisten van art 401 FEI ; het scala van de africhting. Zulke combinaties zijn uitzonderingen!
Het aller ergste hiervan is, is dat de rest van de combinaties die niet aan de vereisten van het scala voldoen dit hoogst waarschijnlijk niet hebben geleerd terwijl ze waarschijnlijk les krijgen van door de knhs c.s. op geleidde instructeurs!!
Conclusie: bij de instructeurs opleidingen is een groot gebrek aan mensen die de kennis en kunde in huis hebben om een paard af te richten en rijden dat aan de vereisten van het scala/art401 voldoen. Kortom, te weinig vakmensen voor de klas! Dit is de kern van het structurele probleem van de instructeurs opleidingen