De Belgische dierenarts en dressuurliefhebber Rudi Hendrikx vraagt zich af of we niet allemaal boter op ons hoofd hebben als het gaat over misstanden in de dressuursport zoals getoond in de Operation X-documentaire over Helgstrand Dressage of de twee weken geleden openbaar geworden beelden van Cesar Parra. Lees hier zijn opinie-artikel, eerder gepubliceerd op bdress.be.
Dat ons dressuur wereldje met de rug tegen de muur staat, dat valt nog moeilijk te ontkennen, beter gezegd, heel de paardenwereld staat onder druk. Druk van buitenaf om onze sport kapot te maken. Haaien liggen op de loer om eender welk voorval uit te vergroten en via sociale media te verspreiden. De zaak Helgstrand heeft er natuurlijk geen goed aan gedaan, internationaal kon het op heel wat verontwaardiging rekenen. Daar is nu de zaak Cesar Parra nog bijgekomen. En terecht, zoiets krijg je niet uitgelegd aan het grote publiek.
Hyprocisie
Dat er binnen de paardenwereld met ontzag werd gereageerd lijkt mij ook maar de normaalste zaak van de wereld maar toch wringt het hier. Wisten zij nu echt niet hoe het er bij Helgstrand of Parra aan toe ging? Laat ons niet lachen, een zolang ze er financieel beter van werden kon het hen weinig schelen.
Hypocrisie van de bovenste plank als je het mij vraagt en zeker zo erg te verafschuwen als de beelden bij Helgstrand of Parra zelf.
Boter op ons hoofd
Allereerst willen we het niet vergoelijken, integendeel, vooral het stelselmatig en steeds herhaaldelijk gebruik maken van deze manier van rijden is nooit goed te praten maar hebben we niet allemaal boter op ons hoofd? Paarden zijn sterke dieren die vaak de eerste 3 jaar van hun leven vrij loslopen in de weide om nadien handtam gemaakt te worden om te berijden. Dieren van 500-600 kg daar doe je niet mee wat je wil. Iedereen die al jaren in het vak zit weet dat en kan dit ook plaatsen.
Dat je dan op een gepaste en adequate manier met deze dieren moet omgaan, dat weet ieder paardenmens. Ook daar schuilt vaak een probleem: er zijn steeds minder paardenmensen maar wel meer mensen met paarden. Om het vak goed uit te oefenen moet je een klein beetje paardenfluisteraar zijn, de dieren proberen te begrijpen, erop inspelen en zodanig op hun gedrag kunnen inwerken dat ze mee gaan werken.
Zelfreflectie
Een pedagogische tik kan en mag zeker, een paard vol striemen slaan is er natuurlijk los over. Maar hebben we niet allemaal al eens ons geduld verloren? Zijn we niet allemaal al eens een keer over de schreef gegaan? Het grote verschil ligt hem hier in de zelfreflectie. Als je ziet dat er een wondje is in de mond of er is een wonde van een spoor, dan moeten de alarmbellen afgaan bij jezelf en beseffen dat dit niet kan, dat er een andere oplossing gezocht moet worden om je paard correct te laten luisteren.
Net dat ontbrak er in deze gevallen: zelfreflectie.
Jezelf kritisch bekijken
Daar begint het natuurlijk, iedereen die met dieren bezig is , hobbymatig en zeker professioneel moet in de spiegel kijken. We moeten met zijn allen het geweer van schouder veranderen. Niet elkaar bekritiseren maar wel jezelf kritisch bekijken. Ben ik goed bezig, wat kan ik beter doen? Waar moet ik leren, waar heb ik hulp nodig.
Zo las ik commentaar van een Belgische dressuurruiter die nochtans ook professioneel zijn brood verdient met dressuurpaarden. Hij vond het nodig om commentaar te geven over te diep en te rond maar zelf zit hij te butsen, lopen zijn paarden niet over de rug en zijn het precies stijve harken die door de ring lopen maar wel commentaar geven op derden. Sorry, dat kunnen we niet hebben in onze sport. We moeten kritisch zijn op… vooral onszelf.
Hoe kan ik het de volgende keer voorkomen?
We moeten zelf goed weten en beseffen waar onze grenzen liggen en op tijd en stond hulp vragen. We moeten meer respect tonen voor stewards die een opmerking maken, bijna altijd met goede bedoelingen. Op het EK U25 deze zomer hing er een beetje bloed aan de sporen van de grote favoriete, ze hebben hemel en aarde bewogen om dit met de mantel der liefde te bedekken, de steward om te praten om er toch maar onderuit te komen. Neen daar moet er zelfreflectie komen, nederig luisteren naar de steward en jezelf de vraag stellen hoe het is kunnen gebeuren en hoe kan ik het de volgende keer voorkomen? Zo moeten wij ruiters onze sport gaan bekijken, ook in het springen, eventing, reining, polo, mennen, noem maar op.
Respect voor stewards
Verschillende keren heb ik ruiters, amazones, lesgevers en zelfs al chef d’equipes opmerkingen weten maken naar stewards, omdat deze laatste een opmerking maakte over de manier van rijden. En ja, het had ook nog effect want in alle gevallen trok de steward aan het kortste eind omdat ze het moesten opboksen tegen gevestigde waarden die een veelal grote mond op trokken en de bewuste stewards onder de tafel praatten.
Dat moet stoppen, een steward zit er als scheidsrechter , helper, begeleider, om op te treden als er ongeoorloofde dingen gebeuren. Ze hebben een opleiding genoten en we gaan ervan uit dat ze hun vak kennen. Vooral ook nog omdat we geen stewards meer vinden, wie wil zo’n rotjob doen om dan nog uitgescheten te worden door een ruiter. Daar moeten de professionals maar eens in de spiegel kijken, hoogtijd.
FEI en bonden moeten hun verantwoordelijkheid nemen.
Als je het ons vraagt en je analyseert waarom er vaak te bruut, te geforceerd reden wordt dan ligt dat voor een groot stuk aan het gevraagde of beter de gevraagde oefeningen op wedstrijd. Niet alle paarden kunnen op vijfjarige leeftijd contragalop en eenvoudige wissels of op 6 jaar appuyeren en vliegende wissels en zeker niet alle ruiters krijgen dit jonge paarden aangeleerd. Maar de druk is er wel omdat een klein aantal dit wel voor elkaar krijgt en de wedstrijden het verlangen wordt het vaak onder dwang erin gestopt.
Een oplossing zou kunnen zijn om alles een jaar te verschuiven, zowel bij de jonge paarden als bij de grotere proeven. De zesjarige de proeven met eenvoudige wissels en contragalop laten uitoefenen. Maar ook voor de Lichte Tour en de grand prix de leeftijdsgrens optrekken. Waarom niet? Het geeft minder druk, meer ruiters en combinaties die mee kunnen en een groter aantal deelnemers waarschijnlijk.
Stamboeken
En ook de stamboeken moeten hun verantwoordelijkheid nemen. Ook daar zou alles met een jaar omhoog getrokken mogen worden. Niet meer met 2,5 jaar op keuring maar 3,5 en met 4 jaar onder zadel. Ook dan kunnen er waarschijnlijk meer paarden aangeboden worden en ook dan krijgen de dieren meer tijd om uit te groeien.
Het werd al een keer voorgesteld aan het BWP maar zij wilden er destijds niets van weten, omdat ook alle andere stamboeken op 2,5 jaar de hengsten keuren. Maar moeten we als België niet eens durven kiezen, niet eens de voortrekker durven zijn? Het enige tegenargument is commercie. Een paard langer aanhouden kost weer meer geld en handel is een belangrijke zaak. Maar moeten we nu net in deze tijden dierenwelzijn niet voor laten gaan op ‘de commercie’? Moeten we dat niet met zijn allen eens durven uitspreken? Moeten we hier niet onze nek durven uitsteken? Ik denk dat het de sport meer dan ten goede kan komen als alles relaxter kan. Less is more.
Verpletterende verantwoordelijkheid bij de jury.
Ruiters gaan hun paarden rijden op de manier waarop ze de meeste punten krijgen, dat is simpel. En daarbij werd de laatste decennia veel de nadruk gelegd op spektakel, groot bewegen, veel afdruk en ga zo maar door. Ook al durven sommige juryleden anders beweren, spectaculair bewegen heeft voorrang gekregen op het technische en die slinger moet de andere kant terug op zwaaien.
Mooi, ontspannen, taktmatig gereden moet weer en meer beloond worden. Neem nu de piaffe, deze moet ritmisch zijn, op de plaats, de achterhand moet onder plaatsen door te buigen in de sprongen en het bekken te kantelen met een ontspannen bovenlijn en oprichting. Hoeveel paarden krijgen geen hoge punten terwijl ze de benen heel hoog optillen maar met de hakken naar achteren, zwiepen met de staart en daarbij de mond vaak open hebben. Terwijl de eerste ruiter de oefening beter uitvoert maar minder hoog van de grond komt en dus minder spectaculair oogt, krijgt hij vaak een lager punt dan het spektakel stukje circus. Daar zit een groot deel van het probleem.
En zo kunnen we wel iedere oefening onder de loep nemen, wat ons hier te ver weg zou leiden van de realiteit en de feiten maar daar moet er meer werk van gemaakt worden. En ik moet zeggen, op internationaal niveau en zeker op kampioenschappen hebben we wel al goede dingen zien gebeuren en veranderen.
Op het allerhoogste niveau en bij de topjury’s is er wel al een mentaliteitsverandering aan de gang die mensen zijn er zich al wel van bewust, alleen daar durft chauvinisme nog al eens de bovenhand nemen, maar dat is weer een ander probleem.
De lijn moet zich bij alle jury’s doortrekken van niveau 0/B tot in de Grand Prix, regionaal, nationaal en internationaal. Iedereen die jury is, moet er bewust mee bezig zijn. En in hun opleiding moet erop gehamerd worden, dat ontspanning, correctheid van uitvoering, ritme, balans, rechtgerichtheid voorrang krijgt op afdruk en spektakel.
Pas als aan al deze eerste voorwaarden voldaan is, dan pas kan een oefening hoger gequoteerd worden als er meer afdruk is, niet omgekeerd. Het Skala van de africhting moet de bovenhand nemen. In de juiste volgorde: Takt en regelmaat ,ontspanning/losgelatenheid,aanleuning, impuls,rechtrichten en verzameling. Dat samen geeft evenwicht en durchlässigkeit.
Als we mooi ontspannen rijden, voorrang gaan geven op schoppen en sleuren (lees impuls), dan zetten we een goede stap in de richting en laat dit het begin zijn van de ommekeer en een mooiere, vriendelijkere sport.
Rudi Hendrikx
Dierenarts en dressuurliefhebber
Het is vrij simpel, als alle amazones/ruiters die de dressuursport bedrijven ( in de springsport zouden ze er ook van kunnen leren ) één maal de moeite deden om Ernest van Loon zijn boekje te lezen en de foto’s te bekijken, was er héél véél op te lossen : Ruiters en Rechters, literatuur voor iederéén!
Helemaal mee eens! Ik had het niet beter kunnen verwoorden!
Goed verhaal! Iedereen moet dit even lezen en opslaan!!
Chapeau! Helemaal mee eens. Maar de handel in paarden in spectaculaire paarden is booming en geld is macht en tijd is geld. Ik ben een voorstander van diervriendelijk gedrag tegenover dieren. Niet alleen paarden maar dat geldt voor alle dieren. Ik hoop dat veel van ons de zelfreflectie ter harte nemen. Maar daar waar tijd geld is en spektakel verkoopt lijkt diervriendelijkheid een utopie.
Wat hier geschreven wordt is helemaal waar
Wat de reacties betreft ook,maar wij hebben 40 jaar geleden ong.zes jaar les gehad van Ernest van loon en toen was het met het jureren niet anders,dus het is niet een hedendaags probleem maar het is al veel langer zo
Volgen mij moet het probleem bij de jury’s opgelost worden.