Adrian Ditcham is sinds 2019 verantwoordelijk voor de bouw van de crosscountry in Boekelo. Dit jaar heeft de Engelsman er een waar feestje van gemaakt met veel oog voor detail. Hij nam de taak destijds over van zijn landgenote Sue Benson. Steeds nadrukkelijker zet de Engelsman de cross naar zijn hand. Hij zoekt daarbij de moeilijkheden niet in de zwaarte van de hindernissen, maar stelt de rijkunstige vaardigheden van de ruiters op de proef.
Dat doet hij door bijvoorbeeld de paarden visueel naar een buitenbocht te dwingen. Daardoor wordt de ruiter, als deze het paard niet optimaal onder controle heeft, met een ‘langsloper’ geconfronteerd, wat 20 strafpunten oplevert.
“Op die wijze hoop ik een selectie te realiseren zonder dat paard en ruiter echt risico lopen”, aldus Ditcham. In de cross die 26 hindernissen telt stelt de ‘coursedesigner’ de vaardigheden van de ruiter meerdere malen op de proef, onder meer op de beide watercombinaties.
Perfecte bodem
De crosscountry heeft over de gehele lengte een perfecte bodem, waardoor de paarden op veel gedeelten voluit door kunnen galopperen. Vooral in het begin zijn die goed van lengte, waardoor de paarden in een mooie cadans kunnen komen voor de hindernissen, die op voorwaarts rijden zijn gebouwd. Dat er een technisch pittige combinatie aan het eind van de cross is gebouwd is logisch. Die opgave, twee heggen met een brede sloot daartussen, moet de ruiters er mede van weerhouden te veel van hun paarden te vragen. Want stranden in het zicht van de eindstreep wil niemand.
Zes ruiters uit op tien
Dat ‘Boekelo’ een absoluut topveld aan de start heeft, wordt extra onderstreept door de nieuwste FEI-wereldranglijst. Zes ruiters uit de top tien komen op de Twentse akkers in actie. Onder andere het Nieuw-Zeelandse echtpaar Tim en Jonelle Price die de ranglijst aanvoeren. In Boekelo neemt Tim na de dressuur de vierde plaats in. Rosalind Canter uit Groot-Brittannië bezet de vierde plek, terwijl zij in Boekelo voorlopig derde staat.
Bron: persbericht/ Horses.nl