Lekker makkelijk die huidige methode; de dagen voor een concours flink wat haver voeren en op het inspanterrein oren vastzetten en het hoofd ook gelijk maar. Tot slot nog even op het voorterrein flink knallen met die lange zweep. Een kind kan de was doen.
In het algemeen geldt dat veel mensen heus wel weten wat er mis is en toch is dat inzicht zelden genoeg om te veranderen. … Ons brein is ‘gebouwd’ om verandering te weerstaan. De grote spelers uit de tuigpaardensport bewijzen die stelling.
Zelfhouding
Vrij vertaald naar voormalig voetbaltrainer Leo Beenhakker: “Een goed renpaard hoeft nog geen goede jockey te zijn”. Lambertus Huckriede is daar het bewijs van. Een geweldige rijder en trainer maar geen goede woordvoerder van de rijders; onredelijk en ongenuanceerd . Hij beweert dat tuigpaarden zonder hulpmiddelen onvoldoende zelfhouding zouden hebben. Kijk eens hoe die concourspaarden van de veewagen komen of hoe ze in het land lopen als ze losgelaten worden, dat zegt toch al genoeg.
Professionailiteit
Van Huckriede en consorten had ik meer professionaliteit verwacht. Zij zijn blijkbaar niet in staat hun trainingsmethoden aan te passen, vastgeroest als ze zitten in hun van vader op zoon overgedragen trainingsmethoden met bijpassende hulpmiddelen.
Minste weerstand
Iedereen weet dat je vanaf de bok veel minder contact hebt met je paard dan vanuit het zadel. Naast de leidsels is vooral het contact via de stem erg belangrijk. En dat sluiten we af door er oordoppen in te stoppen. Als paarden oorproppen nodig hebben om ze in toom te houden tijdens de wedstrijd dan moeten we wat doen aan die onnodige harde muziek op het concoursterrein en dat opzwepende gedoe van de speaker. En ook aan dat slaan op de reclameborden. Maar dat wil men allemaal niet. Spektakel hoort bij de sport en dus maar proppen in en gelijk een beugeltje om de oren leuk naar voren te houden. De weg van de minste weerstand noemen ze dat.
Niet aanpassen
De Vereniging voor Tuigpaardenrijders Nederland (VTN) kan zich maar het beste aansluiten bij de Koninklijke Vereniging voor Trekpaarden en Haflingers (KVTH), die zich ook niet kunnen aanpassen aan wat al lang gangbaar had moeten zijn, trekpaarden met een volle staart. Dat clubje buiten de maatschappij staande fokkers vindt couperen nog steeds noodzakelijk. Wát noodzakelijk is, is dat die club zo snel mogelijk het predicaat ‘Koninklijk’ wordt ontnomen!
Grote mond
De wens om het gebruik van hulpmiddelen bij tuigpaarden te verbieden maar ook het couperen van trekpaarden komt niet van mensen die nog nooit op een concours zijn geweest, nee gewoon van de meerderheid van de tuigpaardenliefhebbers. Helaas hebben enkele vooraanstaande trainers een erge grote mond en weinig inlevingsvermogen om het nog netjes te zeggen. De belangen van fokkers en bezoekers aan concoursen vergeten ze ook maar voor het gemak.
‘Houd uw rug recht’
Daarom mijn oproep aan de KNHS houd uw rug recht en handhaaf het verbod op hulpmiddelen bij concourspaarden.
Ruud van Heusden
Een bezoeker van menig tuigpaarden concours
(en ervaring in de omgang met paarden).
Ook een bijdrage leveren aan Laat je horen!? Dat kan, graag zelfs! Klik hier voor de overzichtspagina met spelregels, uitleg en alle eerdere verschenen opinies.
Klein beetje overdone Ruud.
Je schetst de tuigpaard mensen af als een stel ruighouwers die hun paarden aftuigen en mishandelen!
Dit gaat echt te ver! Een opzet helpt het paard zijn evenwicht te houden daar us niks mis mee en heeft het steun. Dat de proppen gebruikt worden voor lawaai ? Misschien even beter informeren hoe het zit voor je zoveel negatief kommentaar geeft. Een tuiger zou toch echt getraind moeten worden en met 2 scheppen haver extra voor de wedstrijd gaat hij echt niet beter van lopen!
Ik heb geen tuigpaarden maar mensen zo negatief afschilderen is not done!!
Dag mr Ruud van Heusden, Dit is moedig geschreven,proficiat. Ik deel volledig uw mening en dit geldt niet alleen voor de tuigpaarden. Uw kijk op de tuigpaardendiscipline geldt evengoed voor alle andere paardendisciplines. vr gr EC
Mijn ervaring met oorproppen is dat deze het geluid niet afsluiten, maar alleen maar dempt.
Ik kwam daar achter omdat ik tijdens het longeren de commando’s fluisterend kon geven, en dan nog kreeg ik de juiste reactie. Daardoor realiseerde ik me pas hoe hard het geluid bij paarden binnen komt.
Weerwoord op reacties op het artikel “KNHS houd je rug recht”.
De schrijver heeft de kwaliteiten van Huckriede als rijder en trainer niet in twijfel getrokken maar als woordvoerder van de beroepsgroep. De uitspraken die ik van hem lees zijn niet voor discussie vatbaar en zeker niet om door hem bijgesteld te worden. Ik heb de heer Huckriede met name genoemd maar doel op de groep rijders die deze gedachtegang aanhangen. Vandaar dat ik het ook over “en consorten” heb. Dat is niet de gehele trainers en rijders populatie.
Oordoppen om geluid te dempen is één maar aan die oordoppen zitten beugels om de oren vast te zetten naar voren, dat is dieronvriendelijk en onnatuurlijk. Het maakt het beoordelen op dat punt onmogelijk.
Voorstanders van de opzetteugel beweren dat die teugel juist prettig is voor het paard. Dan kan hij zijn evenwicht bewaren wordt er gesteld. Is dat nodig dan?
Als er paarden in de baan zijn waarvan sommigen met en sommigen zonder opzetteugel lopen, is ook hier weer het beoordelen niet goed mogelijk.
Die opzetteugel zit vast aan het bit en dus direct aan de lagers in de mond. Een van de meest gevoelige plekken bij een paard!
De rubriek “laat van je horen” is een soort column. Mijn beschrijving van de voorbereiding van een tuiger op een concours is natuurlijk gechargeerd, dat moet de lezer (zeker de tuigpaardenliefhebber) toch duidelijk zijn.
Laat vertegenwoordigers van de verschillende tuigpaarden disciplines in discussie gaan met de KNHS. En dan graag vertegenwoordigers van de tuigpaardensport die kunnen luisteren (echt luisteren en niet alleen de ander uit laten praten) en argumenten kunnen aandragen en onderbouwen.
Er zijn al genoeg afsplitsingen in dit land, Kijk alleen al naar PKN (Protestantse Kerken Nederland), waarin de geloofsgenoten elkaar de “kerk” uitvechten. Misschien ligt daar wel de bron van die onwrikbare houding van sommige rijders.
Ruud van Heusden
Een liefhebber
Geachte redactie, Ik ben trekpaardgebruiker en las de opmerking over couperen van de heer Van Heusden. Gelukkig heeft de wetgever per 1-1-2020 alle gaten, voor zover bekend, gedicht zodat vanaf volgend jaar het couperen van paarden altijd verboden is. Ik gebruik zelf allang geen gecoupeerde paarden meer maar dat komt door de loop der tijd. U en ik mogen blij zijn dat de maatschappij nog niet zover is dat het houden van ( gedomesticeerde) dieren ook ontoelaatbaar wordt. Ik raad u aan ook Europeesche wetgeving in de gaten te houden. Het was gewoon even wennen , een trekpaard met staart. Maar nu moet er wel op gefokt worden; paarden met een nette staart want er komt nu wel het e.e.a. aan lelijke staarten naar voren. Maar goed de staart is bij het trekpaard niet het eerste wat belangrijk is. Laten we nu eerst op duurzaamheid richten. En dat kleine groepje fokkers die niet tegen een trekpaard met staart kunnen laten die thuis nog lang en gelukkig van hun huidige paarden genieten. Laten ze hopelijk wel blijven fokken en dan de veulens allemaal met staart verkopen. Want die lieden waren natuurlijk ook niet gek. Veulens, die zij niet interessant genoeg vonden, werden MET lange staart verkocht.
Ik vind de discussie wat uit de hand lopen ook omdat er nu een vakman in de tuigpaardensport verkeerd wordt benaderd.ik las ,knallende zwepen op het golfterrein,in de meer dan 60 jaar dat ik concoursen bezoek heb ik dat weinig gehoord zou dit zo zijn attenderen andere rijders die er eventueel last diegene die voor hun last zouden veroorzaken.wat betreft de oordoppen gaan wij terug naar vroeger toen had men oorsteunen om de stand van doren naar voor en te houden ,dit werd toen al niet toegestaan ,daaruit werd de zogenaamde oordoppen uit gevonden niet om het gehoor te beperken maar om de stand van doren naar voren te houden en het beeld te verfraaien,zou een paard hier last van hebben dan gaat hij met het hoofd schudden wat ik niet vaak gezien heb.