Oorzaak van het conflict is het Memorandum Of Understanding (MOU), dat de FEI in het geheim heeft gesloten met de Global Champions Tour van organisator Jan Tops. Alleen nadat er grote druk werd uitgeoefend heeft de FEI de inhoud van deze afspraken aan de lidorganisaties van de FEI, de nationale federaties, bekend gemaakt.
30% wereldtop
Cruciaal onderdeel van het MOU is dat niet 60 procent van het deelnemersveld van CSI2, CSI3, CSI4 en CSI5-sterren-wedstrijden afkomstig moet zijn van de wereldranglijst (vanaf de eerste plaats naar beneden). Slechts 30 procent van ’s werelds beste ruiters wordt in het nieuwe systeem uitgenodigd. 30 procent mag de organisator zelf uitnodigen en nog eens 30 procent moet onderdeel uitmaken van een team.
Zoals bekend kost het 2 miljoen euro op jaarbasis om met een team deel te kunnen nemen aan de Global Champions League, de teamwedstrijd van de Global Tour.
Mededingingsrecht
De FEI heeft in het recente verleden meerdere rechtszaken tegen de Global Champions League van Jan Tops verloren op grond van het Europese mededingingsrecht. De wereldbond stelt zich op het standpunt dat zij de officiële FEI-landenwedstrijdcompetitie niet langer kan beschermen met regels die worden gezien als oneerlijk en onacceptabel met het oog op mededingingswetgeving.
Maar de EEF stelt dat diezelfde wetgeving er dus ook voor zal zorgen dat elke internationale springwedstrijd, die zich samen met een andere wedstrijd tot serie promoveert, gebruik mag maken van de lucratieve opening die de FEI nu voor de Global Champions League van Jan Tops heeft gemaakt.
Hele rijken
Een tweede heikel punt is de wens van de FEI om de inschrijfgelden voor internationale springwedstrijden te harmoniseren naar het Amerikaanse model. Volgens dit systeem is het inschrijfgeld verbonden aan de hoogte van het prijzengeld. Hoe meer prijzengeld, hoe hoger de inschrijfkosten.
“Het kost nu zo’n 400 euro per paard om deel te nemen aan een CSI2-ster”, aldus Henk Nooren. “In het nieuwe systeem kan dat oplopen tot 1200 – en voor een CSI3-ster zelfs tot 1500 euro per paard. Op deze manier wordt de internationale springsport een aangelegenheid voor de hele rijken.”
Numerieke overmacht
Het is opmerkelijk dat de EEF nu wel bereid lijkt te zijn om zich te verweren tegen de numerieke overmacht die niet-Europese landen in de General Assemblee van de FEI hebben. Al sinds het aantreden van prinses Haya, voorganger en beschermvrouwe van de huidige FEI-voorzitter Ingmar De Vos, voert de wereldbond een globaliseringsstrategie die regelmatig indruist tegen de Europese belangen. Eerder liet Europa het erbij zitten, ditmaal lijkt de EEF bereid om de handschoen op te pakken.
Bron: Paardenkrant-Horses.nl
