Van het gehele maag-darmstelsel hebben de blinde- en dikke darm het grootste volume. De blinde darm is een vat van circa 30 liter en de dikke darm bevat ongeveer 86 liter. Het voer verblijft wel 24 tot 65 uur in deze darmdelen, maar het kan ook na 7 uur als mest eruit komen.
Een veulen wordt geboren met een nog onderontwikkelde blinde- en dikke darm. Er zijn dan ook nog geen bacteriën aanwezig. Pas na de geboorte gaat het veulen zijn ‘microbioom’ opbouwen.
Mest eten
Door meer kennis uit onderzoek begrijpen we steeds beter het grote belang van dit microbioom. Des te belangrijker dat de ontwikkeling van het veulen optimaal verloopt. Direct met en na de geboorte komen er bacteriën het veulen binnen. Een klein deel hiervan zal zich in het maag-darmkanaal settelen. Het afweersysteem moet paraat zijn om ziektemakende bacteriën te doden. Vandaar dat het zo belangrijk is dat het veulen direct na de geboorte biest drinkt. De biest zit vol met antilichamen om het veulen te beschermen. Het veulen eet in de eerste weken na de geboorte mest van de merrie. Ook al is het geen smakelijk gezicht, dit is wel dé manier om een gezonde darmflora binnen te krijgen.
Darmflora bij paarden
De darmflora bestaat naast bacteriën uit schimmels en protozoën in totaal uit meer dan 400 verschillende soorten. Er is een grote individuele variatie tussen de samenstelling bij paarden en nog maar heel erg weinig bekend over de specifieke stammen. Wel is duidelijk dat bepaalde bacteriën die bij mensen of andere dieren voorkomen niet bij het paard zijn terug te vinden, bijvoorbeeld de Bifidobacteriën. Producten met deze bacteriën zijn dus geen geschikt probioticum voor het paard. Tot nu toe zijn er geen echte probiotica voor paarden, behalve een aantal specifieke levende gistculturen.
Vezels voor gezonde darmflora
Om de darmflora gezond te houden moet het paard veel vezels eten. Hierdoor neemt het aandeel ‘vezelafbrekende’ oftewel ‘goede’ bacteriën toe. Vezels zijn celwanden van plantaardig materiaal en kunnen meer of minder snel door de darmflora worden afgebroken, afhankelijk van hun samenstelling. Een variatie in vezelsoorten geeft een gelijkmatige verdeling in fermentatiesnelheid, wat goed is voor de darmgezondheid. Tijdens de afbraak van vezels, maar ook van zetmeel en suikers, vetten en eiwitten als die de dikke darm bereiken, produceren de bacteriën bepaalde vluchtige vetzuren. Deze vluchtige vetzuren neemt het paard op in het bloed en gebruikt hij als energiebron.
Verzuurde darminhoud
Bij een te snelle fermentatie, bijvoorbeeld als er veel zetmeel- en suikerrijk krachtvoer is gevoerd, groeit het aandeel melkzuurproducerende bacteriën. Als het melkzuur niet snel door andere bacteriën wordt gebruikt, zal de darminhoud verzuren. Het gevolg is dat de vezelafbrekende bacteriën afsterven en de darmwand beschadigt. Afhankelijk van de ernst leidt dit tot slecht verteerde mest of koliek.
Darmflora beïnvloedt gedrag paard
Naast energieproductie heeft de darmflora nog meer functies. Zo is er contact tussen immuuncellen in de darmwand met de darminhoud en dus de darmflora. Het immuunsysteem kan zo reageren en paraat zijn als er ziektemakende bacteriën binnendringen. Ook kan een deel van de ‘goede’ bacteriën bepaalde antibacteriële stoffen uitscheiden en zo de groei van de ‘slechte’ bacteriën de kop indrukken. Tenslotte is er ook contact tussen het zenuwstelsel en de darmflora. En kan het gedrag van je paard beïnvloed worden door de darmflora. Een interessant gegeven waar nog maar heel weinig over bekend is bij het paard. Mogelijk dat hier een verklaring ligt voor de stijging in temperament na het voeren van zetmeel- en suikerrijk voer.
Variatie in vezelrijke voedermiddelen
Al met al is het voor het paard van levensbelang om een gezonde darmflora te hebben. En moet het rantsoen zo zijn samengesteld dat er niet alleen heel veel micro-organismen zijn in de darmen, maar ook een grote diversiteit. Variatie in vezelrijke voedermiddelen zijn daar de basis voor.