Een onderzoek onder leiding van Beau Witheker van het Brazos Valley Equine Hospital in Texas en Samantha Brook van de University of Florida toont aan Kissing Spines een erfelijke aandoening is. De onderzoekers richten zich in dit onderzoek op specifieke genen die deze aandoening bij het paard kunnen veroorzaken.
Kissing Spines is een aandoening aan de wervelkolom waarbij doornuitsteeksels van de ruggenwervels dichter bij elkaar, of zelfs tegen elkaar aan komen te liggen. Dit kan leiden tot irritatie aan het bot, waardoor er nieuw bot gevormd wordt of er botverval optreed, wat erg pijnlijk kan zijn voor het paard.
Onderzoek
Brooks, Withaker en hun collega onderzoekers hebben meerdere genetische tests uitgevoerd op paarden met- en zonder Kissing Spines, om zo de genen te lokaliseren die verantwoordelijk zijn voor deze aandoening. Het doel van het onderzoek is het ontwikkelen van modellen die mensen helpen met het herkennen van Kissing Spines voor zij gaan kopen, fokken of trainen. De wetenschappers geven wel aan dat er nog nader onderzoek nodig is om deze uitkomsten te bevestigen.
Oorzaken
Onderzoek toont nu aan dat chromosoom 14 lijkt te bepalen of de ziekte wel of niet aanwezig is bij het paard.
Ten minste twee specifieke chromosomen, chromosomen 16 en 25, lijken de ernst van Kissing Spines bij warm- en volbloeden te beïnvloeden.
Terwijl andere factoren zoals schofthoogte, niveau, discipline, geslacht, leeftijd en pasvorm van het zadel waarschijnlijk bijdragen aan de verdere ontwikkeling van de wervelaandoening.
Gevolgen voor de fokkerij
Paarden met Kissing Spines hebben soms last van verminderde prestatie, of kunnen zelfs helemaal niet meer in de sport worden ingezet. Hoewel het verleidelijk is om deze paarden dan voor de fokkerij te gebruiken raden de onderzoekers dit sterk af.
Vanwege deze nieuwe informatie over de erfelijkheid van Kissings Spines is het niet verstandig deze dieren voor de fokkerij te gebruiken, zo worden de problemen juist in stand gehouden.
Bron: Horses.nl/theHorse
Er zijn ook wetenschappelijke onderzoeken waaruit blijkt dat het verband tussen kreupelheid en kissing spines niet altijd aantoonbaar is. Ook vraag ik mij af in hoeverre de bouw van de bovenlijn een rol speelt. Want de bouw van een bovenlijn is ook erfelijk. Ook is het interessant om te onderzoeken hoe groot het percentage paarden is dat kissing spines heeft. Vooral boven een bepaalde leeftijd.
Ze kunnen beter meteen onderzoeken hoeveel paarden daadwerkelijk last hebben van KS ipv alles meteen weer naar de slacht te willen sturen.
In Emmeloord kreeg ik ook te horen dat het veel voorkomt bij (extreem) grote paarden die ook een grote groeispurt doormaken en bij paarden met een groot volbloed aandeel, dus zeker het steeds groter willen fokken lijkt mij iets om in de gaten te houden