Ga naar hoofdinhoud

Paardenartsen: ‘Terughoudend zijn met conclusies over ECVM’

In de Paardenkrant verscheen een uitgebreid artikel over ECVM. Niet lang daarna kwam een aantal paardenartsen met een reactie in de vorm van een ingezonden brief. Zij zijn van mening dat 'we vooral voorzichtig moeten zijn in het klinisch relevant verklaren van deze anatomische variatie ECVM.' Lees hieronder de reactie, ondertekend door vijftien klinieken.

Met enige verbazing namen wij kennis van de titel boven het Paardenkrantartikel van 29 juni 2023: ‘ECVM: nu actie voor gezonde paardenpopulatie in de toekomst’. Bij degene die niet verder leest, zou het gevoel kunnen ontstaan dat we met onze populatie geliefde viervoeters op de rand van de afgrond staan. Deze titel suggereert dat er per direct in actie moet worden gekomen om het naderende onheil, dat door deze groep als ECVM is gedoopt, af te wenden.

Als veterinaire professionals, die zich dagelijks vol passie en inzet bezighouden met orthopedisch onderzoeken en het keuren van paarden, hebben we met veel interesse de inhoud van het artikel gelezen.

Vrij snel in de inleiding wordt al aangegeven dat er sprake is van een polarisatie binnen de sector. Namelijk de ontkenners en de gelovers. Als dierenarts zijn wij academisch opgeleid en hebben wij geleerd niet te snel conclusies te trekken, maar deze eerst te valideren. Het verleden heeft ons namelijk geleerd dat we dan heel makkelijk paarden kunnen gaan veroordelen, met ernstige gevolgen voor onder andere het dierwelzijn.

Het meest recente voorbeeld hiervan is de discussie omtrent kissing spines. Sinds de opkomst van radiografie van de rug, is deze bevinding veelvuldig geconstateerd. Dit heeft ertoe geleid dat heel regelmatig paarden werden veroordeeld tot de diagnose kissing spines, waarbij we inmiddels erachter zijn gekomen (door toename van kennis en informatie), dat er sprake is van enorm veel variatie in de afstanden van de spinaal uitsteeksels zonder dat dit enige klinische relevantie kent. Het gevolg is echter wel geweest dat er massaal afscheid is genomen van paarden, waarvan we nu zouden zeggen dat die bevindingen volledig binnen de acceptabele norm behoren. De opkomst van de MRI-scan heeft voor vergelijkbare scenario’s gezorgd.

Een soortgelijke ontwikkeling ontstaat er nu bij diagnostiek van de hals. De laatste jaren wordt er meer röntgen-, echografisch- en zelfs CT-diagnostiek verricht van de halswervelkolom. Het is daarnaast bij aankoopkeuringen vrij standaard geworden om naast röntgenfoto’s van de benen, deze ook te maken van de hals en de rug. Het gevolg is dat we nu een groeiende hoeveelheid informatie hebben over de anatomie en afwijkingen van de hals. Op deze manier zijn we er ook achter gekomen dat er bij paarden sprake kan zijn van een vormvariatie, zoals beschreven in het bovengenoemde Paardenkrantartikel.
Ook wij, paardendierenartsen die gezamenlijk op jaarbasis duizenden paarden onderzoeken en keuren, zien de genoemde vormvariatie zeer frequent terugkomen.

In de literatuur wordt een prevalentie genoemd van 20-40%, hetgeen overeenkomt met onze perceptie. De vraag is echter, vergelijkbaar met de kissing spines-discussie, of deze vormvariaties wel klinisch relevant zijn.

Op dit moment zijn er in de literatuur een aantal studies gepubliceerd over dit onderwerp met tegengestelde meningen. Dit geeft onze collega Astrid Bos in het artikel ook terecht aan.

Hierbij is het van belang om te melden dat de studies die aangeven dat ECVM potentieel klinische relevant is, afkomstig zijn van dezelfde groep als in het genoemde Paardenkrantartikel en in wetenschappelijk niet erg hoogstaande tijdschriften zijn verschenen. De studies van deze groep zijn in onze ogen erg discutabel uitgevoerd. Veel van de genoemde klinische klachten zijn zeer algemeen en slecht objectiveerbaar. Daardoor ontstaat de neiging om klinische klachten aan ECVM toe te dichten, terwijl dat niet onomstotelijk valt te bewijzen.

Als we gaan kijken naar studies die (tot op heden) géén klinische relevantie aantonen van ECVM, dan vallen ons enkele dingen op. Deze studies zijn gepubliceerd in wetenschappelijke tijdschriften met een hogere impactfactor (tijdschrift waaruit vaker door andere wetenschappelijke tijdschriften geciteerd wordt, red.), die hogere wetenschappelijke standaarden hanteren. Deze studies zijn afkomstig van meerdere onderzoeksgroepen uit zowel de VS als hier in Nederland.

Zo is er in een studie van de Universiteit Utrecht samen met Veterinair Centrum Someren aangetoond dat er geen enkel verband is te leggen tussen de bevinding van deze vormvariatie op de röntgenfoto en klinische klachten. Er leek zelfs een omgekeerd verband aanwezig te zijn, namelijk meer klinische klachten bij paarden die deze vormvariatie niet hadden. In de VS is aangetoond dat er daarnaast ook geen correlatie is tussen de aanwezigheid van deze vormvariatie (ECVM) en de aanwezigheid van osteoartritis van de hals(facet)gewrichten.

Dit in ogenschouw nemende, vinden wij dat we vooral voorzichtig moeten zijn in het klinisch relevant verklaren van deze anatomische variatie ECVM. Zoals de groep terecht aangeeft, dient er eerst sluitend wetenschappelijk bewijs voor te komen.

Wij kunnen op dit moment ook zeker geen verband leggen tussen deze bevinding en de andere gesuggereerde zaken, zoals ongelijke voeten, afwijkende slijtage van het gebit, niet optimaal functionerende zenuwbanen en afwijkende balans (wat is hier überhaupt de definitie van vanuit wetenschappelijk/veterinair oogpunt: hoe kunnen we balans van het paard objectief vaststellen en meten? Waarop baseert deze groep niet optimaal functionerende zenuwbanen?).

Sowieso vinden wij, dat onze beroepsgroep terughoudend moet zijn met het trekken van conclusies op basis van alleen medische beeldvorming zonder gedegen klinisch onderzoek.

Een sprekend voorbeeld hierbij is een degelijke studie uit de VS, waarbij men heeft gekeken bij springpaarden op 1,30 m. en hoger niveau naar het voorkomen van osteoartritis van de hals op basis van röntgenfoto’s. Hierbij heeft men gekeken hoe vaak dat dit voorkwam bij paarden die functioneerden op dit hoge niveau en hoeveel van de paarden met osteoarthritis van de hals ook klinische halspijn hadden.

De verrassende uitkomst van deze studie was dat er geen enkel verband was te leggen tussen de graad van osteoartritis van de hals en het voorkomen van halspijn, evenmin als een verband tussen halsbeweeglijkheid en graad van osteoartritis. De paarden met duidelijke röntgenologische veranderingen van de hals(facet)gewrichten presteerden net zo goed als de paarden zonder röntgenologische veranderingen.

We moeten beseffen dat veranderingen, variaties en afwijkingen bij het lichaam horen en vaker NIET dan WEL klachten geven. Het leggen van causale verbanden tussen beeldvormende bevindingen en vage klachten zoals ‘balansklachten’ en rijtechnische klachten is heel erg discutabel en voorzichtigheid is geboden in het trekken van conclusies.

We moeten vooral niet vergeten dat het correct rijden en trainen van een paard een kunst is, waar veel vaardigheid en gevoel bij komt kijken. Een kunst die niet iedere ruiter beheerst.

Paardenkliniek Wolvega

Paardenkliniek de Watermolen

Dierenkliniek Emmeloord

Paardenkliniek Wapenveld

Dier-N-Artsen Diergeneeskunde

Paardenpraktijk De Hilver

Paardenpraktijk Equi-Medic

De Graafschap Dierenartsen

Dierenkliniek Hellendoorn-Nijverdal

Paardenartsen Brabant

Dierenartsenpraktijk De Meierij

Paardenkliniek Arts en Dier

Paardenkliniek Honselersdijk

Dierenartsenpraktijk Doetinchem-Zeddam

Veterinair Centrum Someren

Webinar ECVM

Op 7 september organiseert Horses een webinar over ECVM. Lees meer of meld je nu aan!

4 reacties op “Paardenartsen: ‘Terughoudend zijn met conclusies over ECVM’

  • IH

    Ik mis SMDC te Heesch. Die zouden toch veel expertise moeten hebben.

  • HB

    Er missen wel meer vooraanstaande klinieken.

  • Anjo Brijs

    Ik vind het een heel goed stuk, zeker met alle , naar later bleek, onterecht afgemaakte jonge paarden mbt OCD in het verleden.
    Natuurlijk ontbreken er altijd klinieken. Zolang de reden daarvan niet bekend is kunnen wij daar geen conclusies aan verbinden volgens mij.Anjo

  • Jan Jansen

    Ik vind het heel goed dat dierenartsen ageren tegen het kapot keuren van paarden.
    Top, voor deze dierenartsen.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Overig nieuws

Nederlander koopt veilingtopper bij PS Online

Wout-Jan van der Schans: ‘Ik wil proberen de top te verbreden’

OM neemt in Limburg stal en wedstrijdpaarden in beslag

Alle Subtopuitslagen op rij: week 6

Argentinië fokt genetisch gemanipuleerde super polopaarden

Deze week… Heeft de paardensector wat te vrezen van de hulpmiddelenmotie?

Laura Colletts London is Holsteiner van het Jaar

Nieuw webinar over de wolf: hoe nu verder?

Zweeds A-kader dressuur teruggebracht naar vier ruiters